Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor kwartier in het Nederlands

kwartier:

kwartier [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het kwartier
    de huisvesting; het kwartier; het verschaffen van onderdak
  2. het kwartier
    de accommodatie; de verblijfplaats; de huisvesting; het onderdak; de behuizing; het onderkomen; het kwartier; het tehuis
  3. het kwartier
    het kwartier; vijftien minuten
  4. het kwartier
    – een vierde deel van een uur 1
    het kwartier
    – een vierde deel van een uur 1
    • kwartier [het ~] zelfstandig naamwoord
      • een kwartier bestaat uit vijftien minuten1

Verwante woorden van "kwartier":

  • kwartieren, kwartiers, kwartiertje, kwartiertjes

Verwante definities voor "kwartier":

  1. een vierde deel van een uur1
    • een kwartier bestaat uit vijftien minuten1