Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. kansspeler:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor kansspeler in het Nederlands

kansspeler:

kansspeler [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. kansspeler
    de speler; kansspeler; de gokker
    • speler [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kansspeler [znw.] zelfstandig naamwoord
    • gokker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord