Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor jongens in het Nederlands
jongens:
-
de jongens
Verwante woorden van "jongens":
jongen:
-
de jongen
-
de jongen
– kind van mannelijk geslacht 1
-
jongen
jongen; werpen; ter wereld brengen-
ter wereld brengen werkwoord (breng ter wereld, brengt ter wereld, bracht ter wereld, brachten ter wereld, ter wereld gebracht)
Conjugations for jongen:
o.t.t.
- jong
- jongt
- jongt
- jongen
- jongen
- jongen
o.v.t.
- jongde
- jongde
- jongde
- jongden
- jongden
- jongden
v.t.t.
- heb gejongd
- hebt gejongd
- heeft gejongd
- hebben gejongd
- hebben gejongd
- hebben gejongd
v.v.t.
- had gejongd
- had gejongd
- had gejongd
- hadden gejongd
- hadden gejongd
- hadden gejongd
o.t.t.t.
- zal jongen
- zult jongen
- zal jongen
- zullen jongen
- zullen jongen
- zullen jongen
o.v.t.t.
- zou jongen
- zou jongen
- zou jongen
- zouden jongen
- zouden jongen
- zouden jongen
diversen
- jong!
- jongt!
- gejongd
- jongend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze