Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. jodelen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor jodelen in het Nederlands

jodelen:

jodelen werkwoord (jodel, jodelt, jodelde, jodelden, gejodeld)

  1. jodelen
    jodelen
    • jodelen werkwoord (jodel, jodelt, jodelde, jodelden, gejodeld)

Conjugations for jodelen:

o.t.t.
  1. jodel
  2. jodelt
  3. jodelt
  4. jodelen
  5. jodelen
  6. jodelen
o.v.t.
  1. jodelde
  2. jodelde
  3. jodelde
  4. jodelden
  5. jodelden
  6. jodelden
v.t.t.
  1. heb gejodeld
  2. hebt gejodeld
  3. heeft gejodeld
  4. hebben gejodeld
  5. hebben gejodeld
  6. hebben gejodeld
v.v.t.
  1. had gejodeld
  2. had gejodeld
  3. had gejodeld
  4. hadden gejodeld
  5. hadden gejodeld
  6. hadden gejodeld
o.t.t.t.
  1. zal jodelen
  2. zult jodelen
  3. zal jodelen
  4. zullen jodelen
  5. zullen jodelen
  6. zullen jodelen
o.v.t.t.
  1. zou jodelen
  2. zou jodelen
  3. zou jodelen
  4. zouden jodelen
  5. zouden jodelen
  6. zouden jodelen
en verder
  1. is gejodeld
diversen
  1. jodel!
  2. jodelt!
  3. gejodeld
  4. jodelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze