Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. inzepen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor inzepen in het Nederlands

inzepen:

inzepen werkwoord (zeep in, zeept in, zeepte in, zeepten in, ingezeept)

  1. inzepen
    inzepen; zepen
    • inzepen werkwoord (zeep in, zeept in, zeepte in, zeepten in, ingezeept)
    • zepen werkwoord (zeep, zeept, zeepte, zeepten, gezeept)

Conjugations for inzepen:

o.t.t.
  1. zeep in
  2. zeept in
  3. zeept in
  4. zepen in
  5. zepen in
  6. zepen in
o.v.t.
  1. zeepte in
  2. zeepte in
  3. zeepte in
  4. zeepten in
  5. zeepten in
  6. zeepten in
v.t.t.
  1. heb ingezeept
  2. hebt ingezeept
  3. heeft ingezeept
  4. hebben ingezeept
  5. hebben ingezeept
  6. hebben ingezeept
v.v.t.
  1. had ingezeept
  2. had ingezeept
  3. had ingezeept
  4. hadden ingezeept
  5. hadden ingezeept
  6. hadden ingezeept
o.t.t.t.
  1. zal inzepen
  2. zult inzepen
  3. zal inzepen
  4. zullen inzepen
  5. zullen inzepen
  6. zullen inzepen
o.v.t.t.
  1. zou inzepen
  2. zou inzepen
  3. zou inzepen
  4. zouden inzepen
  5. zouden inzepen
  6. zouden inzepen
en verder
  1. ben ingezeept
  2. bent ingezeept
  3. is ingezeept
  4. zijn ingezeept
  5. zijn ingezeept
  6. zijn ingezeept
diversen
  1. zeep in!
  2. zeept in!
  3. ingezeept
  4. inzepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze