Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor inzamelen in het Nederlands
inzamelen:
-
inzamelen
Conjugations for inzamelen:
o.t.t.
- zamel in
- zamelt in
- zamelt in
- zamelen in
- zamelen in
- zamelen in
o.v.t.
- zamelde in
- zamelde in
- zamelde in
- zamelden in
- zamelden in
- zamelden in
v.t.t.
- heb ingezameld
- hebt ingezameld
- heeft ingezameld
- hebben ingezameld
- hebben ingezameld
- hebben ingezameld
v.v.t.
- had ingezameld
- had ingezameld
- had ingezameld
- hadden ingezameld
- hadden ingezameld
- hadden ingezameld
o.t.t.t.
- zal inzamelen
- zult inzamelen
- zal inzamelen
- zullen inzamelen
- zullen inzamelen
- zullen inzamelen
o.v.t.t.
- zou inzamelen
- zou inzamelen
- zou inzamelen
- zouden inzamelen
- zouden inzamelen
- zouden inzamelen
en verder
- is ingezameld
diversen
- zamel in!
- zamelt in!
- ingezameld
- inzamelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze