Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor inschroeven in het Nederlands
inschroeven:
-
inschroeven
Conjugations for inschroeven:
o.t.t.
- schroef in
- schroeft in
- schroeft in
- schroeven in
- schroeven in
- schroeven in
o.v.t.
- schroefde in
- schroefde in
- schroefde in
- schroefden in
- schroefden in
- schroefden in
v.t.t.
- heb ingeschroefd
- hebt ingeschroefd
- heeft ingeschroefd
- hebben ingeschroefd
- hebben ingeschroefd
- hebben ingeschroefd
v.v.t.
- had ingeschroefd
- had ingeschroefd
- had ingeschroefd
- hadden ingeschroefd
- hadden ingeschroefd
- hadden ingeschroefd
o.t.t.t.
- zal inschroeven
- zult inschroeven
- zal inschroeven
- zullen inschroeven
- zullen inschroeven
- zullen inschroeven
o.v.t.t.
- zou inschroeven
- zou inschroeven
- zou inschroeven
- zouden inschroeven
- zouden inschroeven
- zouden inschroeven
en verder
- is ingeschroefd
diversen
- schroef in!
- schroeft in!
- ingeschroefd
- inschroevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze