Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor indrukken in het Nederlands
indrukken:
-
indrukken
Conjugations for indrukken:
o.t.t.
- druk in
- drukt in
- drukt in
- drukken in
- drukken in
- drukken in
o.v.t.
- drukte in
- drukte in
- drukte in
- drukten in
- drukten in
- drukten in
v.t.t.
- heb ingedrukt
- hebt ingedrukt
- heeft ingedrukt
- hebben ingedrukt
- hebben ingedrukt
- hebben ingedrukt
v.v.t.
- had ingedrukt
- had ingedrukt
- had ingedrukt
- hadden ingedrukt
- hadden ingedrukt
- hadden ingedrukt
o.t.t.t.
- zal indrukken
- zult indrukken
- zal indrukken
- zullen indrukken
- zullen indrukken
- zullen indrukken
o.v.t.t.
- zou indrukken
- zou indrukken
- zou indrukken
- zouden indrukken
- zouden indrukken
- zouden indrukken
en verder
- is ingedrukt
diversen
- druk in!
- drukt in!
- ingedrukt
- indrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Verwante woorden van "indrukken":
indrukken vorm van indruk:
-
de indruk
-
de indruk
– uitwerking die het heeft op gedachten en gevoel 1