Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor grootsprakerig in het Nederlands
grootsprakerig:
-
grootsprakerig
opschepperig; pocherig; brallerig; snoevend; grootsprakerig-
opschepperig bijvoeglijk naamwoord
-
pocherig bijvoeglijk naamwoord
-
brallerig bijvoeglijk naamwoord
-
snoevend bijvoeglijk naamwoord
-
grootsprakerig bijvoeglijk naamwoord
-