Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor gil in het Nederlands
gil:
-
de gil
Verwante woorden van "gil":
gil vorm van gillen:
-
gillen
-
gillen
Conjugations for gillen:
o.t.t.
- gil
- gilt
- gilt
- gillen
- gillen
- gillen
o.v.t.
- gilde
- gilde
- gilde
- gilden
- gilden
- gilden
v.t.t.
- heb gegild
- hebt gegild
- heeft gegild
- hebben gegild
- hebben gegild
- hebben gegild
v.v.t.
- had gegild
- had gegild
- had gegild
- hadden gegild
- hadden gegild
- hadden gegild
o.t.t.t.
- zal gillen
- zult gillen
- zal gillen
- zullen gillen
- zullen gillen
- zullen gillen
o.v.t.t.
- zou gillen
- zou gillen
- zou gillen
- zouden gillen
- zouden gillen
- zouden gillen
diversen
- gil!
- gilt!
- gegild
- gillend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de gillen