Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor gezwollenheid in het Nederlands
gezwollenheid:
-
gezwollenheid
-
gezwollenheid
Verwante woorden van "gezwollenheid":
gezwollenheid vorm van gezwollen:
-
gezwollen
opgezet; opgezwollen; opgeblazen; gezwollen-
opgezet bijvoeglijk naamwoord
-
opgezwollen bijvoeglijk naamwoord
-
opgeblazen bijvoeglijk naamwoord
-
gezwollen bijvoeglijk naamwoord
-
-
gezwollen
bombastisch; hoogdravend; pompeus; opgeblazen; gezwollen-
bombastisch bijvoeglijk naamwoord
-
hoogdravend bijvoeglijk naamwoord
-
pompeus bijvoeglijk naamwoord
-
opgeblazen bijvoeglijk naamwoord
-
gezwollen bijvoeglijk naamwoord
-