Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor gewezen in het Nederlands
gewezen:
-
gewezen
-
gewezen
met emeritaat; gewezen; rustend-
met emeritaat bijvoeglijk naamwoord
-
gewezen bijvoeglijk naamwoord
-
rustend bijvoeglijk naamwoord
-
-
gewezen
gepensioneerd; gewezen; rustend-
gepensioneerd bijvoeglijk naamwoord
-
gewezen bijvoeglijk naamwoord
-
rustend bijvoeglijk naamwoord
-
gewezen vorm van wijzen:
-
wijzen
-
wijzen
-
wijzen
– aanwijzingen vormen dat het zo is 1 -
wijzen
– hem duidelijk maken waar het is of hoe het moet 1 -
wijzen
– je hand of arm in die richting houden 1 -
wijzen
– zijn aandacht erop vestigen 1
Conjugations for wijzen:
o.t.t.
- wijs
- wijst
- wijst
- wijzen
- wijzen
- wijzen
o.v.t.
- wees
- wees
- wees
- wezen
- wezen
- wezen
v.t.t.
- heb gewezen
- hebt gewezen
- heeft gewezen
- hebben gewezen
- hebben gewezen
- hebben gewezen
v.v.t.
- had gewezen
- had gewezen
- had gewezen
- hadden gewezen
- hadden gewezen
- hadden gewezen
o.t.t.t.
- zal wijzen
- zult wijzen
- zal wijzen
- zullen wijzen
- zullen wijzen
- zullen wijzen
o.v.t.t.
- zou wijzen
- zou wijzen
- zou wijzen
- zouden wijzen
- zouden wijzen
- zouden wijzen
diversen
- wijs!
- wijst!
- gewezen
- wijzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze