Synoniemen voor "gebeuren" in het Nederlands
Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor gebeuren in het Nederlands
gebeuren:
-
gebeuren
-
gebeuren
gebeuren;
voorvallen;
voordoen;
plaatsvinden;
plaats hebben;
passeren
-
-
voorvallen
werkwoord
(val voor, valt voor, viel voor, vielen voor, voorgevallen)
-
voordoen
werkwoord
(doe voor, doet voor, deed voor, deden voor, voorgedaan)
-
plaatsvinden
werkwoord
(vind plaats, vindt plaats, vond plaats, vonden plaats, plaatsgevonden)
-
plaats hebben
werkwoord
(heb plaats, hebt plaats, had plaats, hadden plaats, plaats gehad)
-
passeren
werkwoord
(passeer, passeert, passeerde, passeerden, gepasseerd)
-
gebeuren
-
gebeuren
– wat zich afspeelt
1
Alternatieve synoniemen voor "gebeuren":
Verwante definities voor "gebeuren":