Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor eer in het Nederlands
eer:
-
de eer
-
de eer
-
eer
-
eer
– voordat 1
-
de eer
– wat je een goede naam geeft, waarom je bewonderd wordt 1
Verwante woorden van "eer":
Verwante definities voor "eer":
eer vorm van eren:
-
eren
-
eren
Conjugations for eren:
o.t.t.
- eer
- eert
- eert
- eren
- eren
- eren
o.v.t.
- eerde
- eerde
- eerde
- eerden
- eerden
- eerden
v.t.t.
- heb geëerd
- hebt geëerd
- heeft geëerd
- hebben geëerd
- hebben geëerd
- hebben geëerd
v.v.t.
- had geëerd
- had geëerd
- had geëerd
- hadden geëerd
- hadden geëerd
- hadden geëerd
o.t.t.t.
- zal eren
- zult eren
- zal eren
- zullen eren
- zullen eren
- zullen eren
o.v.t.t.
- zou eren
- zou eren
- zou eren
- zouden eren
- zouden eren
- zouden eren
en verder
- ben geëerd
- bent geëerd
- is geëerd
- zijn geëerd
- zijn geëerd
- zijn geëerd
diversen
- eer!
- eert!
- geëerd
- erend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze