Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor dief in het Nederlands

dief:

dief [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de dief
    de dief; de ladelichter
    • dief [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • ladelichter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de dief
    de dief; de rover
    • dief [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • rover [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. de dief
    de inbreker; de geveltoerist; de binnendringer; de dief
  4. de dief
    – wie steelt 1
    de dief
    – wie steelt 1
    • dief [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • een dief heeft de televisie gestolen1

Verwante woorden van "dief":


Verwante definities voor "dief":

  1. wie steelt1
    • een dief heeft de televisie gestolen1

Verwante synoniemen voor dief