Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. champignon:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor champignon in het Nederlands

champignon:

champignon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de champignon
    de paddestoel; de champignon; de zwam
    • paddestoel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • champignon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zwam [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de champignon
    de champignon; paddestoelsoort; de zwam
  3. de champignon
    – eetbare paddestoel 1
    de champignon
    – eetbare paddestoel 1
    • champignon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • we nemen biefstuk met champignons1

Verwante woorden van "champignon":


Verwante definities voor "champignon":

  1. eetbare paddestoel1
    • we nemen biefstuk met champignons1