Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor buitengewoon in het Nederlands

buitengewoon:

buitengewoon bijvoeglijk naamwoord

  1. buitengewoon
    buitengewoon; extravagant; buitensporig; buitenissig
  2. buitengewoon
    bijzonder; buitengewoon; uiterst; zeer; uitermate; heel erg; extreem; buitensporig; hogelijk; excessief; ten zeerste; buitengemeen
  3. buitengewoon
    bijzonder; extreem; buitengewoon; meest; maximaal; uiterst; ergst; grootst; hoogst
  4. buitengewoon
    – heel erg 1
    bijzonder; buitengewoon; uiterst
    – heel erg 1
    • bijzonder bijvoeglijk naamwoord
      • ik vind jouw gedrag bijzonder storend1
    • buitengewoon bijvoeglijk naamwoord
      • dat vind ik buitengewoon vervelend1
    • uiterst bijvoeglijk naamwoord
      • dat is uiterst vervelend1
  5. buitengewoon
    – meer dan gewoon, boven het gemiddelde 1
    bijzonder; buitengewoon
    – meer dan gewoon, boven het gemiddelde 1
    • bijzonder bijvoeglijk naamwoord
      • hij is bijzonder eigenwijs1
    • buitengewoon bijvoeglijk naamwoord
      • ze is buitengewoon mooi1
  6. buitengewoon
    – voor een speciale groep en apart 1
    buitengewoon
    – voor een speciale groep en apart 1
    • buitengewoon bijvoeglijk naamwoord
      • een school voor buitengewoon onderwijs1

Verwante woorden van "buitengewoon":

  • buitengewone

Alternatieve synoniemen voor "buitengewoon":


Antoniemen van "buitengewoon":


Verwante definities voor "buitengewoon":

  1. heel erg1
    • dat vind ik buitengewoon vervelend1
  2. meer dan gewoon, boven het gemiddelde1
    • ze is buitengewoon mooi1
  3. voor een speciale groep en apart1
    • een school voor buitengewoon onderwijs1