Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor binnenstormen in het Nederlands
binnenstormen:
binnenstormen werkwoord (storm binnen, stormt binnen, stormde binnen, stormden binnen, binnengestormd)
-
binnenstormen
binnenstormen; binnenvliegen-
binnenstormen werkwoord (storm binnen, stormt binnen, stormde binnen, stormden binnen, binnengestormd)
-
Conjugations for binnenstormen:
o.t.t.
- storm binnen
- stormt binnen
- stormt binnen
- stormen binnen
- stormen binnen
- stormen binnen
o.v.t.
- stormde binnen
- stormde binnen
- stormde binnen
- stormden binnen
- stormden binnen
- stormden binnen
v.t.t.
- ben binnengestormd
- bent binnengestormd
- is binnengestormd
- zijn binnengestormd
- zijn binnengestormd
- zijn binnengestormd
v.v.t.
- was binnengestormd
- was binnengestormd
- was binnengestormd
- waren binnengestormd
- waren binnengestormd
- waren binnengestormd
o.t.t.t.
- zal binnenstormen
- zult binnenstormen
- zal binnenstormen
- zullen binnenstormen
- zullen binnenstormen
- zullen binnenstormen
o.v.t.t.
- zou binnenstormen
- zou binnenstormen
- zou binnenstormen
- zouden binnenstormen
- zouden binnenstormen
- zouden binnenstormen
diversen
- storm binnen!
- stormt binnen!
- binnengestormd
- binnestormend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze