Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor bevaren in het Nederlands
bevaren:
-
bevaren
-
bevaren
Conjugations for bevaren:
o.t.t.
- bevaar
- bevaart
- bevaart
- bevaren
- bevaren
- bevaren
o.v.t.
- bevoer
- bevoer
- bevoer
- bevoeren
- bevoeren
- bevoeren
v.t.t.
- heb bevaren
- hebt bevaren
- heeft bevaren
- hebben bevaren
- hebben bevaren
- hebben bevaren
v.v.t.
- had bevaren
- had bevaren
- had bevaren
- hadden bevaren
- hadden bevaren
- hadden bevaren
o.t.t.t.
- zal bevaren
- zult bevaren
- zal bevaren
- zullen bevaren
- zullen bevaren
- zullen bevaren
o.v.t.t.
- zou bevaren
- zou bevaren
- zou bevaren
- zouden bevaren
- zouden bevaren
- zouden bevaren
diversen
- bevaar!
- bevaart!
- bevaren
- bevarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze