Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor bekrachtigen in het Nederlands

bekrachtigen:

bekrachtigen werkwoord (bekrachtig, bekrachtigt, bekrachtigde, bekrachtigden, bekrachtigd)

  1. bekrachtigen
    certificeren; bekrachtigen; waarmerken; bestempelen; merken
    • certificeren werkwoord (certificeer, certificeert, certificeerde, certificeerden, gecertificeerd)
    • bekrachtigen werkwoord (bekrachtig, bekrachtigt, bekrachtigde, bekrachtigden, bekrachtigd)
    • waarmerken werkwoord (waarmerk, waarmerkt, waarmerkte, waarmerkten, gewaarmerkt)
    • bestempelen werkwoord (bestempel, bestempelt, bestempelde, bestempelden, bestempeld)
    • merken werkwoord (merk, merkt, merkte, merkten, gemerkt)
  2. bekrachtigen
    goedkeuren; bevestigen; bekrachtigen; homologeren; bezegelen
    • goedkeuren werkwoord (keur goed, keurt goed, keurde goed, keurden goed, goedgekeurd)
    • bevestigen werkwoord (bevestig, bevestigt, bevestigde, bevestigden, bevestigd)
    • bekrachtigen werkwoord (bekrachtig, bekrachtigt, bekrachtigde, bekrachtigden, bekrachtigd)
    • homologeren werkwoord (homologeer, homologeert, homologeerde, homologeerden, gehomologeerd)
    • bezegelen werkwoord (bezegel, bezegelt, bezegelde, bezegelden, bezegeld)

Conjugations for bekrachtigen:

o.t.t.
  1. bekrachtig
  2. bekrachtigt
  3. bekrachtigt
  4. bekrachtigen
  5. bekrachtigen
  6. bekrachtigen
o.v.t.
  1. bekrachtigde
  2. bekrachtigde
  3. bekrachtigde
  4. bekrachtigden
  5. bekrachtigden
  6. bekrachtigden
v.t.t.
  1. heb bekrachtigd
  2. hebt bekrachtigd
  3. heeft bekrachtigd
  4. hebben bekrachtigd
  5. hebben bekrachtigd
  6. hebben bekrachtigd
v.v.t.
  1. had bekrachtigd
  2. had bekrachtigd
  3. had bekrachtigd
  4. hadden bekrachtigd
  5. hadden bekrachtigd
  6. hadden bekrachtigd
o.t.t.t.
  1. zal bekrachtigen
  2. zult bekrachtigen
  3. zal bekrachtigen
  4. zullen bekrachtigen
  5. zullen bekrachtigen
  6. zullen bekrachtigen
o.v.t.t.
  1. zou bekrachtigen
  2. zou bekrachtigen
  3. zou bekrachtigen
  4. zouden bekrachtigen
  5. zouden bekrachtigen
  6. zouden bekrachtigen
diversen
  1. bekrachtig!
  2. bekrachtigt!
  3. bekrachtigd
  4. bekrachtigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze