Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor afscheiding in het Nederlands

afscheiding:

afscheiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de afscheiding
    de afscheiding; het schisma; de scheuring; geloofsafscheiding
  2. de afscheiding
    de afscheiding; de isolering; de afzondering
  3. de afscheiding
    de afscheiding; het hekwerk; het hek
    • afscheiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • hekwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hek [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. de afscheiding
    de afscheiding; het beschot; de tussenmuur; de schot; het tussenschot
  5. de afscheiding
    de afscheiding; wondvocht
  6. de afscheiding
    de afscheiding; de afsplitsing