Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. bumper:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor bumper in het Nederlands

bumper:

bumper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de bumper
    de bumper; de stootrand
    • bumper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stootrand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de bumper
    – balk aan de voor- en achterkant van de auto 1
    de bumper
    – balk aan de voor- en achterkant van de auto 1
    • bumper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • hij had een aanrijding maar de bumper ving de klap op1

Verwante woorden van "bumper":

  • bumpers

Verwante definities voor "bumper":

  1. balk aan de voor- en achterkant van de auto1
    • hij had een aanrijding maar de bumper ving de klap op1