Verstrooien: vertaling Nederlands

Remove Ads

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

verstrooien:
- diffuser; disperser; répandre; épandre; étaler; étendre; éparpiller; propager
verstrooid:
- dispersé; distribué; éparpillé; repandu
Wiktionary:
- verstrooien → dissiper, distraire, parsemer
- verstrooien → disperser, éparpiller, parsemer
- verstrooid → distrait
- verstrooid → absent

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verstrooien (Nederlands) in het Frans

verstrooien:

verstrooien werkwoord

verstrooien (rondstrooien; verspreiden; verdeler; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider)
diffuser; disperser; répandre; épandre; étaler; étendre; éparpiller; propager
- diffuser werkwoord (diffuse, diffuses, diffusons, diffusez, diffusent, diffusais, diffusait, diffusions, diffusiez, diffusaient, diffusai, diffusas, diffusa, diffusâmes, diffusâtes, diffusèrent, diffuserai, diffuseras, diffusera, diffuserons, diffuserez, diffuseront)
- disperser werkwoord (disperse, disperses, dispersons, dispersez, dispersent, dispersais, dispersait, dispersions, dispersiez, dispersaient, dispersai, dispersas, dispersa, dispersâmes, dispersâtes, dispersèrent, disperserai, disperseras, dispersera, disperserons, disperserez, disperseront)
- répandre werkwoord (répands, répand, répandons, répandez, répandent, répandais, répandait, répandions, répandiez, répandaient, répandis, répandit, répandîmes, répandîtes, répandirent, répandrai, répandras, répandra, répandrons, répandrez, répandront)
- épandre werkwoord (épands, épand, épandons, épandez, épandent, épandais, épandait, épandions, épandiez, épandaient, épandis, épandit, épandîmes, épandîtes, épandirent, épandrai, épandras, épandra, épandrons, épandrez, épandront)
- étaler werkwoord (étale, étales, étalons, étalez, étalent, étalais, étalait, étalions, étaliez, étalaient, étalai, étalas, étala, étalâmes, étalâtes, étalèrent, étalerai, étaleras, étalera, étalerons, étalerez, étaleront)
- étendre werkwoord (étends, étend, étendons, étendez, étendent, étendais, étendait, étendions, étendiez, étendaient, étendis, étendit, étendîmes, étendîtes, étendirent, étendrai, étendras, étendra, étendrons, étendrez, étendront)
- éparpiller werkwoord (éparpille, éparpilles, éparpillons, éparpillez, éparpillent, éparpillais, éparpillait, éparpillions, éparpilliez, éparpillaient, éparpillai, éparpillas, éparpilla, éparpillâmes, éparpillâtes, éparpillèrent, éparpillerai, éparpilleras, éparpillera, éparpillerons, éparpillerez, éparpilleront)
- propager werkwoord (propage, propages, propageons, propagez, propagent, propageais, propageait, propagions, propagiez, propageaient, propageai, propageas, propagea, propageâmes, propageâtes, propagèrent, propagerai, propageras, propagera, propagerons, propagerez, propageront)

Vertaal Matrix voor verstrooien:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
diffuser	rondstrooien; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider; verdeler; verspreiden; verstrooien	emitteren; heersen; heersen van griep; omroepen; programma uitzenden; rondstralen; uitstralen; uitwaaieren; uitzenden; uitzwermen; verspreiden; verspreiden van ziekte; waaieren; zenden; zich verspreiden
disperser	rondstrooien; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider; verdeler; verspreiden; verstrooien	uiteendrijven; uitwaaieren; uitzwermen; verspreiden; waaieren; zich verspreiden
propager	rondstrooien; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider; verdeler; verspreiden; verstrooien	alom bekend maken; doorgeven; propageren; verbreiden; verspreiden
répandre	rondstrooien; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider; verdeler; verspreiden; verstrooien	afleggen; alom bekend maken; bezwijken; doorgeven; doorslaan; doorspelen; doorvertellen; een boodschap uitdragen; het onderspit delven; klaar leggen; rondbrieven; ronddelen; rondgeven; rondreiken; rondvertellen; spreiden; tenondergaan; uitdelen; uitdragen; uitreiken; uitspreiden; uitstrooien; uitwaaieren; uitzaaien; uitzwermen; verbreiden; verdelen; vergieten; verhaal vertellen; verhalen; verklappen; verkondigen; verraden; verspreiden; vertellen; waaieren; zich verspreiden
épandre	rondstrooien; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider; verdeler; verspreiden; verstrooien	bezaaien; inzaaien; uitwaaieren; uitzwermen; vergieten; verspreiden; waaieren; zaaien; zich verspreiden
éparpiller	rondstrooien; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider; verdeler; verspreiden; verstrooien	bezaaien; inzaaien; ronddelen; rondgeven; rondreiken; uitdelen; uiteenspreiden; uitreiken; uitwaaieren; uitzwermen; verdelen; verspreiden; waaieren; zaaien; zich verspreiden
étaler	rondstrooien; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider; verdeler; verspreiden; verstrooien	afsteken; eruit springen; etaleren; exposeren; geuren; in het oog lopen; klaar leggen; ontvouwen; openspreiden; openvouwen; opvallen; pralen; pronken; te kijk lopen met; tentoonspreiden; tentoonstellen; tonen; uitdijen; uitklappen; uitslaan; uitsmeren; uitspreiden; uitspringen; uitstallen; uitsteken; uitvouwen; uitzwellen; vertonen; voor ogen brengen
étendre	rondstrooien; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider; verdeler; verspreiden; verstrooien	aangeven; aanreiken; breder maken; expanderen; geven; klaar leggen; naar buiten hangen; ontvouwen; openen; openspreiden; openvouwen; oprekken; opspannen; reiken; rekken; spannen; talrijker maken; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; uithangen; uitklappen; uitrekken; uitslaan; uitsmeren; uitspreiden; uitvouwen; uitzwellen; verbreden; verbreiden; verdiepen; vergroten; verlengen; vermeerderen; verruimen; verwijden

Wiktionary: verstrooien

verstrooien

verb

détruire en disperser.
- dissiper → opmaken; verdoen; verklungelen; verkwisten; vermorsen; verspillen; uiteendrijven; uiteenjagen; verspreiden; verstrooien
détourner de quelque application.
- distraire → afleiden; verstrooien
semer ou jeter çà et là ; répandre.
- parsemer → punteren; spikkelen; stippelen; rondstrooien; uitstrooien; verstrooien; uitzaaien

Cross Translation:

From	To	Via
• verstrooien	→ disperser	↔ scatter — to cause to separate
• verstrooien	→ éparpiller; parsemer	↔ scatter — to distribute loosely

verstrooid:

verstrooid bijvoeglijk naamwoord

verstrooid (verspreid)
dispersé; distribué; éparpillé; repandu
- dispersé bijvoeglijk naamwoord
- distribué bijvoeglijk naamwoord
- éparpillé bijvoeglijk naamwoord
- repandu bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor verstrooid:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dispersé	verspreid; verstrooid	uiteengedreven
distribué	verspreid; verstrooid
repandu	verspreid; verstrooid
éparpillé	verspreid; verstrooid

Verwante woorden van "verstrooid":

verstrooidheid

Wiktionary: verstrooid

verstrooid

adjective

geestelijk afgeleid
- verstrooid → distrait

Cross Translation:

From	To	Via
• verstrooid	→ absent	↔ absent — inattentive

Remove Ads

Nederlandse en Franse zoekresultaten voor: verstrooien

Uitgebreide vertaling voor verstrooien (Nederlands) in het Frans

verstrooien:

verstrooien werkwoord

verstrooien (rondstrooien; verspreiden; verdeler; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider)

Vertaal Matrix voor verstrooien:

Wiktionary: verstrooien

verstrooid:

verstrooid bijvoeglijk naamwoord

verstrooid (verspreid)

Vertaal Matrix voor verstrooid:

Verwante woorden van "verstrooid":

Wiktionary: verstrooid