Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor uitgestrektheid (Nederlands) in het Frans
uitgestrektheid:
-
de uitgestrektheid (uitgebreidheid)
Vertaal Matrix voor uitgestrektheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ampleur | uitgebreidheid; uitgestrektheid | breedgeschouderdheid; breedheid; breedsprakigheid; breedvoerigheid; omstandigheid; uitvoerigheid |
Verwante woorden van "uitgestrektheid":
Wiktionary: uitgestrektheid
uitgestrektheid vorm van uitgestrekt:
-
uitgestrekt (lang en smal; langgerekt)
-
uitgestrekt (languit liggend; liggend; gestrekt; languit)
gisant; couché; être gisant tout de son long-
gisant bijvoeglijk naamwoord
-
couché bijvoeglijk naamwoord
-
être gisant tout de son long bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor uitgestrekt:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
allongé | lang en smal; langgerekt; uitgestrekt | langgerekt; langwerpig |
couché | gestrekt; languit; languit liggend; liggend; uitgestrekt | |
gisant | gestrekt; languit; languit liggend; liggend; uitgestrekt | |
étendu | lang en smal; langgerekt; uitgestrekt | ampel; breedvoerig; extensief; gespreid; gestrekt; in details; omstandig; overvloedig; rijkelijk; royaal; ruim; ruimschoots; scheutig; uitgebreid; uitgerekt; uitgewerkt; uitvoerig; wijd |
étiré | lang en smal; langgerekt; uitgestrekt | |
être gisant tout de son long | gestrekt; languit; languit liggend; liggend; uitgestrekt |
Verwante woorden van "uitgestrekt":
Wiktionary: uitgestrekt
uitgestrekt
adjective
-
Qui dépasser en largeur et en longueur la mesure ordinaire.
- ample → abundant; overvloedig; rijk; uitbundig; volop; weelderig; welig; breedvoerig; groot; royaal; ruim; uitgestrekt; slobberig; breed; wijd; omvangrijk; uitgebreid; veelomvattend
-
Qualifie un corps considérer dans l’extension qu’il a d’un de ses côtés à l’autre, lorsqu'on parle de sa plus petite longueur, par opposition à long.
- large → abundant; overvloedig; rijk; uitbundig; volop; weelderig; welig; breedvoerig; groot; royaal; ruim; uitgebreid; uitgestrekt; wijd; slobberig; breed; omvangrijk; veelomvattend
-
grand, large, vaste.