Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. tegenkomen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tegenkomen (Nederlands) in het Frans

tegenkomen:

tegenkomen werkwoord (kom tegen, komt tegen, kwam tegen, kwamen tegen, tegengekomen)

  1. tegenkomen (aantreffen; vinden)
    trouver; rencontrer; tomber sur
    • trouver werkwoord (trouve, trouves, trouvons, trouvez, )
    • rencontrer werkwoord (rencontre, rencontres, rencontrons, rencontrez, )
    • tomber sur werkwoord
  2. tegenkomen (ontmoeten; treffen)
    rencontrer; croiser; trouver; découvrir; toucher; tomber sur
    • rencontrer werkwoord (rencontre, rencontres, rencontrons, rencontrez, )
    • croiser werkwoord (croise, croises, croisons, croisez, )
    • trouver werkwoord (trouve, trouves, trouvons, trouvez, )
    • découvrir werkwoord (découvre, découvres, découvrons, découvrez, )
    • toucher werkwoord (touche, touches, touchons, touchez, )
    • tomber sur werkwoord

Conjugations for tegenkomen:

o.t.t.
  1. kom tegen
  2. komt tegen
  3. komt tegen
  4. komen tegen
  5. komen tegen
  6. komen tegen
o.v.t.
  1. kwam tegen
  2. kwam tegen
  3. kwam tegen
  4. kwamen tegen
  5. kwamen tegen
  6. kwamen tegen
v.t.t.
  1. ben tegengekomen
  2. bent tegengekomen
  3. is tegengekomen
  4. zijn tegengekomen
  5. zijn tegengekomen
  6. zijn tegengekomen
v.v.t.
  1. was tegengekomen
  2. was tegengekomen
  3. was tegengekomen
  4. waren tegengekomen
  5. waren tegengekomen
  6. waren tegengekomen
o.t.t.t.
  1. zal tegenkomen
  2. zult tegenkomen
  3. zal tegenkomen
  4. zullen tegenkomen
  5. zullen tegenkomen
  6. zullen tegenkomen
o.v.t.t.
  1. zou tegenkomen
  2. zou tegenkomen
  3. zou tegenkomen
  4. zouden tegenkomen
  5. zouden tegenkomen
  6. zouden tegenkomen
diversen
  1. kom tegen!
  2. komt tegen!
  3. tegengekomen
  4. tegenkomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor tegenkomen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
toucher aanraking; aanslag; contact; gevoelszin; impact; prikkeling; sensatie; tastzin; zintuiglijke gewaarwording
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
croiser ontmoeten; tegenkomen; treffen keperen; opkruisen; oplaveren
découvrir ontmoeten; tegenkomen; treffen achter komen; achterhalen; bloot leggen; blootleggen; lokaliseren; ontdekken; onthullen; ontknopen; ontmaskeren; ontraadselen; ontrafelen; ontsluiten; ontwaren; ontwarren; openbreken; opendoen; openen; openleggen; openmaken; oplossen; opsnuffelen; opsporen; plaats toekennen; plaatsen; reveleren; te weten komen; traceren; uitvissen; vinden
rencontrer aantreffen; ontmoeten; tegenkomen; treffen; vinden tegen het lijf lopen
tomber sur aantreffen; ontmoeten; tegenkomen; treffen; vinden tegen het lijf lopen
toucher ontmoeten; tegenkomen; treffen aangaan; aangrijpen; aanraken; aanroeren; aanstippen; aanvangen; beginnen; bekomen; beroeren; betasten; betreffen; bevoelen; beïnvloeden; even aanraken; geld in ontvangst nemen; grenzen; grenzen aan; iets verduren; incasseren; innen; ondernemen; ontroeren; opvangen; raken; slaan op; starten; toucheren; treffen; van start gaan; verdienen; verkrijgen; verwerven; voelen; zich hervinden
trouver aantreffen; ontmoeten; tegenkomen; treffen; vinden achterhalen; lokaliseren; ontdekken; opsporen; plaats toekennen; plaatsen; te weten komen; terecht brengen; traceren; vinden

Wiktionary: tegenkomen

tegenkomen
verb
  1. bij toeval ontmoeten
tegenkomen
Cross Translation:
FromToVia
tegenkomen tomber sur come on — to meet