Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. stronk:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stronk (Nederlands) in het Frans

stronk:

stronk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de stronk (stomp)
    le tronçon; le moignon; la souche; le bout
    • tronçon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • moignon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • souche [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bout [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. de stronk (boomstronk; stobbe)
    la souche; le trognon
    • souche [la ~] zelfstandig naamwoord
    • trognon [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor stronk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bout stomp; stronk aandeel; aanwijzing; deel; deeltje; einde; finale; greep; kolf; onderdeeltje; part; teenstuk; tip; uiteinde; vingerwenk; vingerwijzing; wenk
moignon stomp; stronk
souche boomstronk; stobbe; stomp; stronk boomstronk; stobbe
trognon boomstronk; stobbe; stronk klokhuis
tronçon stomp; stronk

Verwante woorden van "stronk":


Wiktionary: stronk

stronk
noun
  1. Ce qui rester d’un bras, d’une jambe, d’une cuisse coupée.
  2. section d'un objet allongé
  3. Vieux troncs d’arbres abattus.