Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. prima:
  2. Wiktionary:
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. primer:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor prima (Nederlands) in het Frans

prima:

prima bijvoeglijk naamwoord

  1. prima (van goede kwaliteit; hoogwaardig; perfect)
    supérieur; de haute qualité; à merveille
  2. prima (kiplekker; mieters)

Vertaal Matrix voor prima:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
supérieur baas; bevelhebber; chef; commandant; hoofd; kloosteroverste; meerdere; meester; moeder overste; overste; patroon; superieur
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
de haute qualité hoogwaardig; perfect; prima; van goede kwaliteit befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam
frais comme l'oeil kiplekker; mieters; prima
frais comme un gardon kiplekker; mieters; prima
fraîche comme l'oeil kiplekker; mieters; prima
fraîche comme un gardon kiplekker; mieters; prima
supérieur hoogwaardig; perfect; prima; van goede kwaliteit aanmatigend; arrogant; befaamd; bovenst; bovenste; eersteklas; eersterangs; geacht; geringschattend; hautain; honend; hooggeplaatst; hooggezeten; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; opperst; opperste; prominent; smalend; spottend; superieur; top; tot de beste klasse behorend; trots; uit de hoogte; uitstekend; verwaand; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
à merveille hoogwaardig; perfect; prima; van goede kwaliteit briljant; excellent; patent; perfect; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk

Wiktionary: prima


Cross Translation:
FromToVia
prima bien; ok; d'accord all right — good
prima de premier ordre; excellent prime — first in excellence, quality, or value



Frans

Uitgebreide vertaling voor prima (Frans) in het Nederlands

prima vorm van primer:

primer werkwoord (prime, primes, primons, primez, )

  1. primer (couronner; sacrer)
    bekronen
    • bekronen werkwoord (bekroon, bekroont, bekroonde, bekroonden, bekroond)

Conjugations for primer:

Présent
  1. prime
  2. primes
  3. prime
  4. primons
  5. primez
  6. priment
imparfait
  1. primais
  2. primais
  3. primait
  4. primions
  5. primiez
  6. primaient
passé simple
  1. primai
  2. primas
  3. prima
  4. primâmes
  5. primâtes
  6. primèrent
futur simple
  1. primerai
  2. primeras
  3. primera
  4. primerons
  5. primerez
  6. primeront
subjonctif présent
  1. que je prime
  2. que tu primes
  3. qu'il prime
  4. que nous primions
  5. que vous primiez
  6. qu'ils priment
conditionnel présent
  1. primerais
  2. primerais
  3. primerait
  4. primerions
  5. primeriez
  6. primeraient
passé composé
  1. ai primé
  2. as primé
  3. a primé
  4. avons primé
  5. avez primé
  6. ont primé
divers
  1. prime!
  2. primez!
  3. primons!
  4. primé
  5. primant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor primer:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bekronen couronner; primer; sacrer

Synoniemen voor "primer":


Wiktionary: primer

primer
verb
  1. belonen voor uitmuntendheid
  2. intr|nld prevaleren, voorgaan