Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. ontredderd:
  2. ontredderen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ontredderd (Nederlands) in het Frans

ontredderd:

ontredderd bijvoeglijk naamwoord

  1. ontredderd (van streek; geschokt; ontzet)
    désespéré; alarmé

Vertaal Matrix voor ontredderd:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alarmé geschokt; ontredderd; ontzet; van streek beducht
désespéré geschokt; ontredderd; ontzet; van streek niet te troosten; onherstelbaar; ontroostbaar; reddeloos; zielsbedroefd

Verwante woorden van "ontredderd":

  • ontredderde

Wiktionary: ontredderd

ontredderd
adjective
  1. Qui ne sait plus quoi faire, quoi décider, suite à quelque chose qui s’est passé.

ontredderen:

ontredderen werkwoord (ontredder, ontreddert, ontredderde, ontredderden, ontredderd)

  1. ontredderen (van zijn stuk brengen; verwarren; in de war brengen)
    dérouter; déconcerter
    • dérouter werkwoord
    • déconcerter werkwoord (déconcerte, déconcertes, déconcertons, déconcertez, )

Conjugations for ontredderen:

o.t.t.
  1. ontredder
  2. ontreddert
  3. ontreddert
  4. ontredderen
  5. ontredderen
  6. ontredderen
o.v.t.
  1. ontredderde
  2. ontredderde
  3. ontredderde
  4. ontredderden
  5. ontredderden
  6. ontredderden
v.t.t.
  1. ben ontredderd
  2. bent ontredderd
  3. is ontredderd
  4. zijn ontredderd
  5. zijn ontredderd
  6. zijn ontredderd
v.v.t.
  1. was ontredderd
  2. was ontredderd
  3. was ontredderd
  4. waren ontredderd
  5. waren ontredderd
  6. waren ontredderd
o.t.t.t.
  1. zal ontredderen
  2. zult ontredderen
  3. zal ontredderen
  4. zullen ontredderen
  5. zullen ontredderen
  6. zullen ontredderen
o.v.t.t.
  1. zou ontredderen
  2. zou ontredderen
  3. zou ontredderen
  4. zouden ontredderen
  5. zouden ontredderen
  6. zouden ontredderen
diversen
  1. ontredder!
  2. ontreddert!
  3. ontredderd
  4. ontredderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ontredderen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
déconcerter in de war brengen; ontredderen; van zijn stuk brengen; verwarren
dérouter in de war brengen; ontredderen; van zijn stuk brengen; verwarren