Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. magiër:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor magiër (Nederlands) in het Frans

magiër:

magiër [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de magiër (iemand die goochelt; goochelaarster; goochelaar; illusionist; kunstenmaker)
    l'illusionniste; le quelqu'un qui jongle

Vertaal Matrix voor magiër:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
illusionniste goochelaar; goochelaarster; iemand die goochelt; illusionist; kunstenmaker; magiër
quelqu'un qui jongle goochelaar; goochelaarster; iemand die goochelt; illusionist; kunstenmaker; magiër

Verwante woorden van "magiër":

  • magiërs

Wiktionary: magiër


Cross Translation:
FromToVia
magiër magicien magician — practitioner of allegedly supernatural magic
magiër mage; sorcier wizard — person skilled with magic

Verwante vertalingen van magiër