Nederlands
Uitgebreide vertaling voor inwendig (Nederlands) in het Frans
inwendig:
-
inwendig (intern)
interne; intérieur; intérieurement; à l'intérieur-
interne bijvoeglijk naamwoord
-
intérieur bijvoeglijk naamwoord
-
intérieurement bijvoeglijk naamwoord
-
à l'intérieur bijvoeglijk naamwoord
-
-
inwendig (geestelijk; innerlijk)
Vertaal Matrix voor inwendig:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
intérieur | binnenkant; binnenste; binnenzijde; innerlijk; interieur; inwendige; middelste; psyche | |
spirituel | geestenbezweerder; spiritist; spiritualist | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
interne | intern; inwendig | aan de binnenkant; binnenin; binnenste; innerlijk; inwendige; inwonende; stagiair; van binnen |
intérieur | intern; inwendig | aan de binnenkant; binnenin; binnenlands; binnenlandse; binnenste; innerlijk; inwendige; nationale; van binnen |
intérieurement | intern; inwendig | aan de binnenkant; binnenin |
spirituel | geestelijk; innerlijk; inwendig | geestelijk; geestelijke; gelovig; godsdienstig; godvruchtig; herderlijk; kerkelijk; met betrekking tot herders; onstoffelijk; religieus; spiritueel; spirituele; vroom |
à l'intérieur | intern; inwendig | aan de binnenkant; binnen; binnenin; binnenste; binnenwaarts; daarbinnen; daarin; erin; hierbinnen; innerlijk; inwaarts; naar binnen |
Verwante woorden van "inwendig":
Wiktionary: inwendig
inwendig
adjective
-
didactique|fr médecine|fr Qui est en dedans, qui appartenir au dedans.
-
Qui est au dedans ; qui est relatif au dedans.