Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. gemoedsgesteldheid:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gemoedsgesteldheid (Nederlands) in het Frans

gemoedsgesteldheid:

gemoedsgesteldheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de gemoedsgesteldheid (inborst; temperament; gemoedsaard)
    l'esprit; le tempérament; la disposition; l'humeur; l'état d'âme
  2. de gemoedsgesteldheid (humeur; stemming; gemoedsstemming; gemoedstoestand; bui)
    l'humeur; la disposition; le moral; l'état d'âme; la disposition d'âme
  3. de gemoedsgesteldheid (psychische toestand; instelling; stemming)
    le moral; la disposition mentale; l'humeur; l'état d'âme

Vertaal Matrix voor gemoedsgesteldheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
disposition bui; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; humeur; inborst; stemming; temperament aanvoelen; beschikbaarheid; beschikking; compromis; conditie; confessie; feeling; geloof; geloofsovertuiging; gemoedstoestand; geneigdheid; gevoel; gezindheid; gezindte; hang; inclinatie; indeling; neiging; staat; stemming; toestand; vergelijk
disposition d'âme bui; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; humeur; stemming geestesgesteldheid; geestestoestand; psychische toestand
disposition mentale gemoedsgesteldheid; instelling; psychische toestand; stemming
esprit gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; temperament aardigheid; bewustzijn; brein; brille; confessie; denkvermogen; elf; elfje; geest; geestigheid; geestverschijning; gein; geloof; geloofsovertuiging; gemoedstoestand; genialiteit; genie; gezindheid; gezindte; grap; hersens; humor; intellect; intelligentie; inzicht; rede; schim; spiritus; spook; spookgestalte; spookverschijning; stemming; strekking; teneur; uiting van vrolijkheid; vernuft; verschijning; verstand; vindingrijk vernuft
humeur bui; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; humeur; inborst; instelling; psychische toestand; stemming; temperament bui; confessie; geestesgesteldheid; geloof; geloofsovertuiging; gezindheid; gezindte; gril; kuur; luim; nuk; psychische toestand
moral bui; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; humeur; instelling; psychische toestand; stemming
tempérament gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; temperament aard; geaardheid; gemoed; gemoedstoestand; geneigdheid; gezindheid; hang; inborst; inclinatie; inslag; karakter; karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kittigheid; kwalititeit; mentaliteit; natuur; neiging; persoonlijkheid; stemming; temperament; vurigheid
état d'âme bui; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; humeur; inborst; instelling; psychische toestand; stemming; temperament confessie; geestesgesteldheid; geestestoestand; geloof; geloofsovertuiging; gezindheid; gezindte; psychische toestand
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
moral moraal