Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gebieder (Nederlands) in het Frans
gebieder:
-
de gebieder (bevelhebber; meester; baas; beheerser)
Vertaal Matrix voor gebieder:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
commandant | baas; beheerser; bevelhebber; gebieder; meester | aanvoerder; bevelhebber; commandant; directeur; generaal; gezagvoerder; hoofd; hoofdman; kapitein; legeraanvoerder; leider; majoor; overste; scheepsgezagvoerder; scheepskapitein; schipper; veldheer; vlootschipper |
seigneur | baas; beheerser; bevelhebber; gebieder; meester | burchtheer; burchtvoogd; grondbezitter; grondeigenaar; heer; heerser; kasteelheer; landbezitter; landeigenaar; landheer; landsheer; machthebber; slotheer; soeverein |
souverain | baas; beheerser; bevelhebber; gebieder; meester | autoriteit; gezagsorgaan; heer; heerser; infante; instantie; koning; kroonprins; kroonprinses; landsheer; machthebber; majesteit; monarch; overheerser; overweldiger; pretendent; pretendente; prins; soeverein; succeseur; troonopvolger; troonpretendent; vorst |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
souverain | onafhankelijk; soeverein |