Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- conserven:
- conserveren:
-
Wiktionary:
- conserven → conserve
- conserveren → conserver, maintenir
- conserveren → conserver, préservation, mettre en conserve
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor conserven (Nederlands) in het Frans
conserven:
-
de conserven
Vertaal Matrix voor conserven:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
conserves | conserven | geconserveerd voedsel; inmaak |
conserveren:
-
conserveren (bewaren; behouden)
maintenir; garder; conserver; préserver-
maintenir werkwoord (maintiens, maintient, maintenons, maintenez, maintiennent, maintenais, maintenait, maintenions, mainteniez, maintenaient, maintins, maintint, maintînmes, maintîntes, maintinrent, maintiendrai, maintiendras, maintiendra, maintiendrons, maintiendrez, maintiendront)
-
garder werkwoord (garde, gardes, gardons, gardez, gardent, gardais, gardait, gardions, gardiez, gardaient, gardai, gardas, garda, gardâmes, gardâtes, gardèrent, garderai, garderas, gardera, garderons, garderez, garderont)
-
conserver werkwoord (conserve, conserves, conservons, conservez, conservent, conservais, conservait, conservions, conserviez, conservaient, conservai, conservas, conserva, conservâmes, conservâtes, conservèrent, conserverai, conserveras, conservera, conserverons, conserverez, conserveront)
-
préserver werkwoord (préserve, préserves, préservons, préservez, préservent, préservais, préservait, préservions, préserviez, préservaient, préservai, préservas, préserva, préservâmes, préservâtes, préservèrent, préserverai, préserveras, préservera, préserverons, préserverez, préserveront)
-
-
conserveren (inleggen)
confire; conserver; préparer des conserves; faire des conserves; mettre en conserve-
confire werkwoord (confis, confit, confisons, confisez, confisent, confisais, confisait, confisions, confisiez, confisaient, confîmes, confîtes, confirent, confirai, confiras, confira, confirons, confirez, confiront)
-
conserver werkwoord (conserve, conserves, conservons, conservez, conservent, conservais, conservait, conservions, conserviez, conservaient, conservai, conservas, conserva, conservâmes, conservâtes, conservèrent, conserverai, conserveras, conservera, conserverons, conserverez, conserveront)
-
préparer des conserves werkwoord
-
faire des conserves werkwoord
-
mettre en conserve werkwoord
-
-
conserveren (instandhouden)
conserver; maintenir-
conserver werkwoord (conserve, conserves, conservons, conservez, conservent, conservais, conservait, conservions, conserviez, conservaient, conservai, conservas, conserva, conservâmes, conservâtes, conservèrent, conserverai, conserveras, conservera, conserverons, conserverez, conserveront)
-
maintenir werkwoord (maintiens, maintient, maintenons, maintenez, maintiennent, maintenais, maintenait, maintenions, mainteniez, maintenaient, maintins, maintint, maintînmes, maintîntes, maintinrent, maintiendrai, maintiendras, maintiendra, maintiendrons, maintiendrez, maintiendront)
-
Conjugations for conserveren:
o.t.t.
- conserveer
- conserveert
- conserveert
- conserveren
- conserveren
- conserveren
o.v.t.
- conserveerde
- conserveerde
- conserveerde
- conserveerden
- conserveerden
- conserveerden
v.t.t.
- heb geconserveerd
- hebt geconserveerd
- heeft geconserveerd
- hebben geconserveerd
- hebben geconserveerd
- hebben geconserveerd
v.v.t.
- had geconserveerd
- had geconserveerd
- had geconserveerd
- hadden geconserveerd
- hadden geconserveerd
- hadden geconserveerd
o.t.t.t.
- zal conserven
- zult conserven
- zal conserven
- zullen conserven
- zullen conserven
- zullen conserven
o.v.t.t.
- zou conserven
- zou conserven
- zou conserven
- zouden conserven
- zouden conserven
- zouden conserven
en verder
- is geconserveerd
- zijn geconserveerd
diversen
- conserveer!
- conserveert!
- geconserveerd
- conserverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor conserveren:
Verwante definities voor "conserveren":
Wiktionary: conserveren
conserveren
Cross Translation:
verb
conserveren
-
(overgankelijk) verduurzamen, tegen bederf beschermen
- conserveren → conserver
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• conserveren | → conserver | ↔ can — to preserve |
• conserveren | → préservation | ↔ conservation — The act of preserving, guarding, or protecting |
• conserveren | → mettre en conserve; conserver | ↔ tin — to place into a tin in order to preserve |