Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor clown (Nederlands) in het Frans

clown:

clown [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de clown (harlekijn; pierrot)
    le clown; le pierrot; le comédien; le comique; l'arlequin
    • clown [le ~] zelfstandig naamwoord
    • pierrot [le ~] zelfstandig naamwoord
    • comédien [le ~] zelfstandig naamwoord
    • comique [le ~] zelfstandig naamwoord
    • arlequin [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor clown:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arlequin clown; harlekijn; pierrot gek; hansworst; hofnar; kwast; kwibus; nar; zot
clown clown; harlekijn; pierrot debiel; deugniet; flapdrol; gek; grappenmaker; guit; idioot; imbeciel; joker; komiek; lolbroek; mafkees; mafketel; mafkikker; mallerd; malloot; olijkerd; paljas; pias; potsenmaker; rakker; snaak; stinkerd; uilenspiegel; waanzinnige; zot; zottin
comique clown; harlekijn; pierrot aardigheid; cabaretier; geestigheid; gein; grap; grappenmaker; guit; humor; komiek; lolbroek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; snaak; uilenspiegel; uiting van vrolijkheid
comédien clown; harlekijn; pierrot aansteller; acteur; actrice; artiest; cabaretier; grappenmaker; guit; iemand die zich aanstelt; komediant; komediespeler; komiek; lolbroek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; snaak; speler; toneelspeler; tonelist; uilenspiegel; uitvoerder; vertoner
pierrot clown; harlekijn; pierrot
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
comique geestig; geinig; grappig; humoristisch; humoristische; kluchtig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lollig; uiig

Verwante woorden van "clown":


Wiktionary: clown

clown
noun
  1. personnage de la comédie italienne, qui a été introduire sur notre théâtre et dont le vêtement est formé de pièces de diverses couleurs.
  2. (vieilli) danseur de théâtre. farceur de place publique.
  3. acteur qui, dans les cirques, fait des exercices d’équilibre et de souplesse tout en jouer un rôle bouffon. Il porte habituellement un accoutrement grotesque.

Cross Translation:
FromToVia
clown bouffon buffoon — one who acts in a silly or ridiculous fashion
clown clown clown — performance artist working in a circus



Frans

Uitgebreide vertaling voor clown (Frans) in het Nederlands

clown:

clown [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le clown (pierrot; comédien; comique; arlequin)
    de harlekijn; de pierrot; de clown
    • harlekijn [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pierrot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • clown [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. le clown (fada; dingo; zouave; )
    de flapdrol; de debiel; de imbeciel; mafkikker; de gek; de idioot; de zot; de waanzinnige; de mafkees; de mafketel
    • flapdrol [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • debiel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • imbeciel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • mafkikker [znw.] zelfstandig naamwoord
    • gek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • idioot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • waanzinnige [de ~] zelfstandig naamwoord
    • mafkees [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • mafketel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. le clown (espiègle; gaillard; misérable; )
    de guit; de deugniet; de stinkerd; de snaak; de rakker
    • guit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • deugniet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stinkerd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • snaak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • rakker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. le clown (plaisantin; comique; comédien; farceur)
    de grappenmaker; de lolbroek; de komiek
  5. le clown (joker)
    de joker
    • joker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. le clown (farceur; rigolo; plaisantin)
    de grappenmaker; de potsenmaker
  7. le clown (paillasse; comique; plaisantin; )
    de uilenspiegel; de grappenmaker; de guit; de komiek; de pias; de paljas; de snaak; mallerd; de olijkerd
    • uilenspiegel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • grappenmaker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • guit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • komiek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pias [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • paljas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • snaak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • mallerd [znw.] zelfstandig naamwoord
    • olijkerd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  8. le clown (fada; vieux schnock; schnoque; )
    de pias; de zottin; de gek; mallerd; de zot; de malloot
    • pias [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zottin [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • mallerd [znw.] zelfstandig naamwoord
    • zot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • malloot [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor clown:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clown arlequin; clown; comique; comédien; pierrot
debiel cinglé; clown; dingo; dingue; fada; pitre; schnock; schnoque; zouave
deugniet clown; espiègle; farceur; gaillard; misérable; paillasse; plaisantin espiègle; gamin; polisson
flapdrol cinglé; clown; dingo; dingue; fada; pitre; schnock; schnoque; zouave
gek cinglé; clown; dingo; dingue; fada; pitre; schnock; schnoque; vieux schnock; zouave aliéné; aliéné mental; arlequin; barbare; bouffon; desaxé; dément; déséquilibré; enragé; forcené; fou; handicapé mental; hurluberlu; idiot; imbécile; malade mental; niais; nigaud; polichinelle; sot; toqué; écervelé
grappenmaker bouffon; clown; comique; comédien; espiègle; farceur; paillasse; plaisantin; rigolo
guit bouffon; clown; comique; comédien; espiègle; farceur; gaillard; misérable; paillasse; plaisantin diablotin; espiègle
harlekijn arlequin; clown; comique; comédien; pierrot
idioot cinglé; clown; dingo; dingue; fada; pitre; schnock; schnoque; zouave abruti; aliéné; bêta; crétin; fou; gros bêta; gros malin; handicapé mental; idiot; imbécile; minus; niais; nigaud; noix; nouille; nullard; nullité; pauvre diable; sot; toqué; tête d'oeuf; tête de veau; âne; écervelé
imbeciel cinglé; clown; dingo; dingue; fada; pitre; schnock; schnoque; zouave fou; sot
joker clown; joker
komiek bouffon; clown; comique; comédien; espiègle; farceur; paillasse; plaisantin acteur; actrice; comique; comédien; comédienne
lolbroek clown; comique; comédien; farceur; plaisantin blagueur; rigolo
mafkees cinglé; clown; dingo; dingue; fada; pitre; schnock; schnoque; zouave
mafketel cinglé; clown; dingo; dingue; fada; pitre; schnock; schnoque; zouave aliéné; desaxé; dément; déséquilibré; fou; nigaud; sot; toqué
mafkikker cinglé; clown; dingo; dingue; fada; pitre; schnock; schnoque; zouave
mallerd bouffon; cinglé; clown; comique; comédien; dingo; dingue; espiègle; fada; farceur; paillasse; plaisantin; schnock; schnoque; vieux schnock
malloot cinglé; clown; dingo; dingue; fada; schnock; schnoque; vieux schnock
olijkerd bouffon; clown; comique; comédien; espiègle; farceur; paillasse; plaisantin diablotin; espiègle
paljas bouffon; clown; comique; comédien; espiègle; farceur; paillasse; plaisantin diablotin; espiègle
pias bouffon; cinglé; clown; comique; comédien; dingo; dingue; espiègle; fada; farceur; paillasse; plaisantin; schnock; schnoque; vieux schnock
pierrot arlequin; clown; comique; comédien; pierrot
potsenmaker clown; farceur; plaisantin; rigolo pitre
rakker clown; espiègle; farceur; gaillard; misérable; paillasse; plaisantin coquin; espiègle; garnement; mec; petit brigand; polisson; vilain
snaak bouffon; clown; comique; comédien; espiègle; farceur; gaillard; misérable; paillasse; plaisantin bandit; coquin; délinquant; gredin; malfrat; truand; voyou
stinkerd clown; espiègle; farceur; gaillard; misérable; paillasse; plaisantin brigand; canaille; cochon; con; crapule; fripouille; gredin; misérable; salaud
uilenspiegel bouffon; clown; comique; comédien; espiègle; farceur; paillasse; plaisantin
waanzinnige cinglé; clown; dingo; dingue; fada; pitre; schnock; schnoque; zouave aliéné; aliéné mental; barbare; dément; déséquilibré; enragé; forcené; fou; handicapé mental; idiot; imbécile; malade mental; sot; toqué; écervelé
zot cinglé; clown; dingo; dingue; fada; pitre; schnock; schnoque; vieux schnock; zouave arlequin; bouffon; fou; hurluberlu; idiot; imbécile; niais; polichinelle; sot; écervelé
zottin cinglé; clown; dingo; dingue; fada; schnock; schnoque; vieux schnock
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
debiel débile mentale; handicapé; imbécile
gek absurde; aliéné; atteint de troubles mentaux; brumeux; bête; cinglé; d'une manière imbécile; dingue; débile; délirant; dément; dérangé; désaxé; effréné; farfelu; folle; follement; fou; frénétique; idiot; idiotement; imbécile; loufoque; lunatique; mentalement perturbé; perturbé; sot; sottement; stupide; toqué; troublé
idioot absurde; bariolé; bête; cinglé; d'une manière imbécile; de façon irrationnelle; dingue; débile; débile mentale; délirant; dément; déraisonnable; dérangé; effréné; farfelu; folle; follement; fou; frénétique; handicapé; idiot; idiotement; imbécile; imprudent; insensé; loufoque; perturbé; sot; sotte; sottement; stupide; toqué; troublé; état obtus
imbeciel débile mentale; handicapé; imbécile
komiek amusant; avec humour; bouffon; chic; chouette; comique; comiquement; de manière amusante; divertissant; drôle; drôlement; dérisoire; espiègle; gai; hilarant; humoriste; humoristique; marrant; plaisamment; plaisant; plein d'esprit; rigolo; rigolote; risible; sot; sottement; sympa
zot absurde; bête; cinglé; d'une manière imbécile; dingue; débile; délirant; dément; dérangé; effréné; farfelu; follement; fou; frénétique; idiot; idiotement; imbécile; loufoque; perturbé; sot; sottement; stupide; toqué; troublé

Synoniemen voor "clown":


Wiktionary: clown

clown
noun
  1. acteur qui, dans les cirques, fait des exercices d’équilibre et de souplesse tout en jouer un rôle bouffon. Il porte habituellement un accoutrement grotesque.

Cross Translation:
FromToVia
clown clown clown — performance artist working in a circus