Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bruuskeren (Nederlands) in het Frans
bruuskeren:
-
bruuskeren (onheus bejegenen)
-
bruuskeren (brutaliseren)
brimer; brusquer; embêter; maltraiter; rudoyer-
brimer werkwoord (brime, brimes, brimons, brimez, briment, brimais, brimait, brimions, brimiez, brimaient, brimai, brimas, brima, brimâmes, brimâtes, brimèrent, brimerai, brimeras, brimera, brimerons, brimerez, brimeront)
-
brusquer werkwoord (brusque, brusques, brusquons, brusquez, brusquent, brusquais, brusquait, brusquions, brusquiez, brusquaient, brusquai, brusquas, brusqua, brusquâmes, brusquâtes, brusquèrent, brusquerai, brusqueras, brusquera, brusquerons, brusquerez, brusqueront)
-
embêter werkwoord (embête, embêtes, embêtons, embêtez, embêtent, embêtais, embêtait, embêtions, embêtiez, embêtaient, embêtai, embêtas, embêta, embêtâmes, embêtâtes, embêtèrent, embêterai, embêteras, embêtera, embêterons, embêterez, embêteront)
-
maltraiter werkwoord (maltraite, maltraites, maltraitons, maltraitez, maltraitent, maltraitais, maltraitait, maltraitions, maltraitiez, maltraitaient, maltraitai, maltraitas, maltraita, maltraitâmes, maltraitâtes, maltraitèrent, maltraiterai, maltraiteras, maltraitera, maltraiterons, maltraiterez, maltraiteront)
-
rudoyer werkwoord (rudoie, rudoies, rudoyons, rudoyez, rudoient, rudoyais, rudoyait, rudoyions, rudoyiez, rudoyaient, rudoyai, rudoyas, rudoya, rudoyâmes, rudoyâtes, rudoyèrent, rudoierai, rudoieras, rudoiera, rudoierons, rudoierez, rudoieront)
-
Conjugations for bruuskeren:
o.t.t.
- bruuskeer
- bruuskeert
- bruuskeert
- bruuskeren
- bruuskeren
- bruuskeren
o.v.t.
- bruuskeerde
- bruuskeerde
- bruuskeerde
- bruuskeerden
- bruuskeerden
- bruuskeerden
v.t.t.
- heb gebruuskeerd
- hebt gebruuskeerd
- heeft gebruuskeerd
- hebben gebruuskeerd
- hebben gebruuskeerd
- hebben gebruuskeerd
v.v.t.
- had gebruuskeerd
- had gebruuskeerd
- had gebruuskeerd
- hadden gebruuskeerd
- hadden gebruuskeerd
- hadden gebruuskeerd
o.t.t.t.
- zal bruuskeren
- zult bruuskeren
- zal bruuskeren
- zullen bruuskeren
- zullen bruuskeren
- zullen bruuskeren
o.v.t.t.
- zou bruuskeren
- zou bruuskeren
- zou bruuskeren
- zouden bruuskeren
- zouden bruuskeren
- zouden bruuskeren
diversen
- bruuskeer!
- bruuskeert!
- gebruuskeerd
- bruuskerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bruuskeren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
brimer | brutaliseren; bruuskeren | koeioneren; kwellen; narren; ontgroenen; pesten; plagen; sarren; tarten; tergen; treiteren |
brusquer | brutaliseren; bruuskeren; onheus bejegenen | aanvallen; accelereren; attaqueren; bespoedigen; bestormen; dwingen; forceren; geweld gebruiken; koeioneren; kwellen; narren; overvallen; pesten; plagen; sarren; tarten; tergen; treiteren; verhaasten; versnellen |
embêter | brutaliseren; bruuskeren | koeioneren; kwellen; narren; pesten; plagen; sarren; tarten; tergen; treiteren; vervelen |
maltraiter | brutaliseren; bruuskeren | afranselen; iemand toetakelen; koeioneren; kwellen; mishandelen; molesteren; narren; pesten; pijnigen; plagen; sarren; tarten; tergen; treiteren |
rudoyer | brutaliseren; bruuskeren | afbekken; afblaffen; afsnauwen; koeioneren; kwellen; mishandelen; molesteren; narren; pesten; pijnigen; plagen; sarren; snauwen; tarten; tergen; toebijten; toesnauwen; treiteren |
Wiktionary: bruuskeren
bruuskeren
Cross Translation:
verb
-
nors en ruw bejegenen
- bruuskeren → brusquer
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bruuskeren | → bousculer | ↔ jostle — bump into or brush against while in motion |
• bruuskeren | → camouflet | ↔ snub — deliberate affront or slight |