Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zwijm (Nederlands) in het Frans

zwijm:

zwijm [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. zwijm (flauwte; bedwelming; versuffing)
    l'évanouissement; la défaillance; la torpeur; l'anesthésie; la griserie; l'étourdissement
  2. zwijm (katzwijm; flauwte)
    la faiblesse; la défaillance; l'évanouissement; la syncope; la pâmoison

Vertaal Matrix voor zwijm:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anesthésie bedwelming; flauwte; versuffing; zwijm emotieloosheid; gevoelloosheid; meedogenloosheid; narcose; ongevoeligheid; verdoving
défaillance bedwelming; flauwte; katzwijm; versuffing; zwijm fout; gebrek; geen kracht hebben; impotentie; krachteloosheid; manco; onmacht; slapte; tekort; zwakheid
faiblesse flauwte; katzwijm; zwijm broosheid; futloosheid; gebrek; geen kracht hebben; gevoeligheid; impotentie; krachteloosheid; kwetsbaarheid; laksheid; loomheid; machteloosheid; manco; matheid; onmacht; onvermogen; slapheid; slapte; sulligheid; teerheid; weekheid; weekte; weerloosheid; zachtheid; zwak punt; zwakheid; zwakte
griserie bedwelming; flauwte; versuffing; zwijm roes; zwijmel
pâmoison flauwte; katzwijm; zwijm
syncope flauwte; katzwijm; zwijm syncope
torpeur bedwelming; flauwte; versuffing; zwijm
étourdissement bedwelming; flauwte; versuffing; zwijm duizeligheid; duizeling; gevoelloosheid; verdoofdheid; verdoving; zwijmel
évanouissement bedwelming; flauwte; katzwijm; versuffing; zwijm bewusteloosheid; sluiereffect

Verwante woorden van "zwijm":

  • zwijmen