Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. zwengels:
  2. zwengel:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zwengels (Nederlands) in het Frans

zwengels:

zwengels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de zwengels
    la manivelles

Vertaal Matrix voor zwengels:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
manivelles zwengels

Verwante woorden van "zwengels":


zwengel:

zwengel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de zwengel (kruk; slinger)
    la manivelle; le bras; le levier
    • manivelle [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bras [le ~] zelfstandig naamwoord
    • levier [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zwengel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bras kruk; slinger; zwengel arm; armleuning; trapleuning; trapleuningen; vangarm
levier kruk; slinger; zwengel breekijzer; dommekracht; handspaak; hefbok; hefboom; hefinstallatie; hijsarm; kaapstanderpaal; koevoet; lichter; oor; oor van een kopje; sifon; stankafsluiter
manivelle kruk; slinger; zwengel

Verwante woorden van "zwengel":


Wiktionary: zwengel