Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
-
zwaar:
- difficile; dur; compliqué; pénible; péniblement; embarrassant; écrasant; lourd; étreignant; délicat; difficilement; accablant; oppressant; critique; gênant; assommant; pressant; avec peine; indigeste; fortement charpenté; bien charpentée; bien baraqué; fortement charpentée; bien charpenté; de forte carrure
-
Wiktionary:
- zwaar → lourd, austère, considérable, difficile, dur, grave, laborieux, majeur, puissant, pénible, sévère
- zwaar → difficilement, lourdement, péniblement, ardu, encombrant, grave, dur, difficile, pesant, lourd, plein, pleine, incompréhensible
-
Gebruikers suggesties voor zwaar:
- lourde
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor zwaar (Nederlands) in het Frans
zwaar:
-
zwaar (moeilijk; ongemakkelijk; lastig; niet makkelijk)
difficile; dur; compliqué; pénible; péniblement; embarrassant; écrasant; lourd; étreignant; délicat; difficilement; accablant; oppressant; critique; gênant; assommant; pressant; avec peine-
difficile bijvoeglijk naamwoord
-
dur bijvoeglijk naamwoord
-
compliqué bijvoeglijk naamwoord
-
pénible bijvoeglijk naamwoord
-
péniblement bijvoeglijk naamwoord
-
embarrassant bijvoeglijk naamwoord
-
écrasant bijvoeglijk naamwoord
-
lourd bijvoeglijk naamwoord
-
étreignant bijvoeglijk naamwoord
-
délicat bijvoeglijk naamwoord
-
difficilement bijvoeglijk naamwoord
-
accablant bijvoeglijk naamwoord
-
oppressant bijvoeglijk naamwoord
-
critique bijvoeglijk naamwoord
-
gênant bijvoeglijk naamwoord
-
assommant bijvoeglijk naamwoord
-
pressant bijvoeglijk naamwoord
-
avec peine bijvoeglijk naamwoord
-
-
zwaar (moeilijk verteerbaar; machtig; slecht verteerbaar)
-
zwaar (met een groot gewicht)
lourd; pressant; écrasant; embarrassant-
lourd bijvoeglijk naamwoord
-
pressant bijvoeglijk naamwoord
-
écrasant bijvoeglijk naamwoord
-
embarrassant bijvoeglijk naamwoord
-
-
zwaar (zwaargebouwd; massief; struis; potig; robuust; fors)
fortement charpenté; bien charpentée; bien baraqué; fortement charpentée; bien charpenté; de forte carrure-
fortement charpenté bijvoeglijk naamwoord
-
bien charpentée bijvoeglijk naamwoord
-
bien baraqué bijvoeglijk naamwoord
-
fortement charpentée bijvoeglijk naamwoord
-
bien charpenté bijvoeglijk naamwoord
-
de forte carrure bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor zwaar:
Verwante woorden van "zwaar":
Antoniemen van "zwaar":
Verwante definities voor "zwaar":
Wiktionary: zwaar
zwaar
Cross Translation:
adjective
zwaar
-
van groot gewicht
- zwaar → lourd
adjective
-
Qui est rigoureux pour le corps et qui mortifier les sens et l’esprit. — note Se dit surtout des doctrines et des pratiques religieux.
-
Qui attirer la considération par l’autorité, l’influence morale ou sociale.
-
Non facile, qui nécessite un grand effort.
-
Qui, par suite de sa fermeté, est difficile à pénétrer, à entamer.
-
Qui peut avoir des conséquences fâcheuses.
- grave → stomp; stomphoekig; belangrijk; erg; ernstig; voornaam; zwaar; zwaarwichtig
-
Qui travaille beaucoup, qui aime le travail.
-
Dont le poids est élevé (sens général)
-
Plus grand ; plus important.
-
Qui a beaucoup de pouvoir.
-
Qui se fait avec peine, qui donne de la peine, de la fatigue.
-
Qui est rigide, sans indulgence.
-
Avec difficulté
-
-
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zwaar | → ardu | ↔ arduous — needing or using up much energy |
• zwaar | → encombrant | ↔ cumbersome — burdensome or hindering, as a weight or drag; vexatious; cumbrous |
• zwaar | → grave | ↔ deep — of a sound or voice, low in pitch |
• zwaar | → dur; difficile | ↔ hard — requiring a lot of effort to do or understand |
• zwaar | → dur | ↔ hard — demanding a lot of effort to endure |
• zwaar | → pesant; lourd | ↔ heavy — having great weight |
• zwaar | → plein; pleine | ↔ solid — extremely filling |
• zwaar | → incompréhensible | ↔ thick — difficult to understand, poorly articulated |