Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- zuinigheid:
- zuinig:
-
Wiktionary:
- zuinigheid → économie
- zuinigheid → parcimonie, économie, épargne
- zuinig → parcimonieux
- zuinig → frugal, pincé, avare
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor zuinigheid (Nederlands) in het Frans
zuinigheid:
-
de zuinigheid (spaarzaamheid)
-
de zuinigheid (zuinig zijn)
Vertaal Matrix voor zuinigheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fait d'être économe | zuinig zijn; zuinigheid | |
parcimonie | spaarzaamheid; zuinigheid | armzaligheid; karigheid; poverheid; schamelheid; schraalheid |
économie | spaarzaamheid; zuinig zijn; zuinigheid | beknotting; bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; economie; inkrimping; kleiner maken; kostenbesparing; kostenverlaging; nationale economie; reduceren; staathuishoudkunde; staatshuishouding; verkorting; volkshuishouding |
épargne | spaarzaamheid; zuinig zijn; zuinigheid | spaartegoed |
Verwante woorden van "zuinigheid":
Wiktionary: zuinigheid
zuinigheid
Cross Translation:
noun
zuinigheid
-
het zuinig zijn
- zuinigheid → économie
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zuinigheid | → parcimonie | ↔ parsimony — great reluctance to spend money unnecessarily |
• zuinigheid | → parcimonie; économie; épargne | ↔ thrift — characteristic of using a minimum of something |
zuinig:
-
zuinig (spaarzaam; zuinigjes; economisch)
de façon économe-
de façon économe bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor zuinig:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
de façon économe | economisch; spaarzaam; zuinig; zuinigjes |
Verwante woorden van "zuinig":
Synoniemen voor "zuinig":
Antoniemen van "zuinig":
Verwante definities voor "zuinig":
Wiktionary: zuinig
zuinig
Cross Translation:
adjective
-
Qui a de la parcimonie.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zuinig | → frugal | ↔ frugal — economical, avoiding waste, thrifty |
• zuinig | → pincé; avare | ↔ parsimonious — Exhibiting parsimony |
Computer vertaling door derden: