Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. zuinig:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zuinig (Nederlands) in het Frans

zuinig:

zuinig bijvoeglijk naamwoord

  1. zuinig (spaarzaam; zuinigjes; economisch)
    de façon économe

Vertaal Matrix voor zuinig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
de façon économe economisch; spaarzaam; zuinig; zuinigjes

Verwante woorden van "zuinig":

  • zuinigheid, zuiniger, zuinigere, zuinigst, zuinigste, zuinige

Synoniemen voor "zuinig":


Antoniemen van "zuinig":


Verwante definities voor "zuinig":

  1. met zo weinig mogelijk geld zoveel mogelijk proberen te krijgen1
    • ze is altijd erg zuinig met haar zakgeld1

Wiktionary: zuinig

zuinig
adjective
  1. Qui a de la parcimonie.

Cross Translation:
FromToVia
zuinig frugal frugal — economical, avoiding waste, thrifty
zuinig pincé; avare parsimonious — Exhibiting parsimony

Verwante vertalingen van zuinig