Zootje in het Frans vertaald uit het Nederlands

Remove Ads

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

zootje:
- embrouillage; chaos; désordre; pagaille; chienlit; bordel; confusion; pagaïe; fouillis; bazar; tas de décombres; chahut; foutoir; fatras; barbouillage; gribouillage; ramassis; bousillage
Wiktionary:
- zootje → fatras, fouillis, ramassis
- zootje → chenis, foutoir, bordel, fouillis, gâchis

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zootje (Nederlands) in het Frans

zootje:

zootje [het ~] zelfstandig naamwoord

het zootje (chaos; wanorde; puinhoop; heksenketel; wanordelijkheid; regelloosheid; keet)
l'embrouillage; le chaos; le désordre; la pagaille; la chienlit; le bordel; la confusion; la pagaïe
- embrouillage [le ~] zelfstandig naamwoord
- chaos [le ~] zelfstandig naamwoord
- désordre [le ~] zelfstandig naamwoord
- pagaille [la ~] zelfstandig naamwoord
- chienlit [la ~] zelfstandig naamwoord
- bordel [le ~] zelfstandig naamwoord
- confusion [la ~] zelfstandig naamwoord
- pagaïe [la ~] zelfstandig naamwoord
het zootje (puinhoop; rotzooi; zooi; rommel; troep; bende; puinzooi)
le désordre; le bordel; le fouillis; le bazar; la pagaille; le tas de décombres; le chahut; le foutoir
- désordre [le ~] zelfstandig naamwoord
- bordel [le ~] zelfstandig naamwoord
- fouillis [le ~] zelfstandig naamwoord
- bazar [le ~] zelfstandig naamwoord
- pagaille [la ~] zelfstandig naamwoord
- tas de décombres [le ~] zelfstandig naamwoord
- chahut [le ~] zelfstandig naamwoord
- foutoir [le ~] zelfstandig naamwoord
het zootje (warhoop; knoeiboel; rommel; warboel; troep; warwinkel)
le désordre; le bordel; le fatras; le barbouillage; la pagaille; le fouillis; le chaos; le gribouillage; le ramassis; le bousillage
- désordre [le ~] zelfstandig naamwoord
- bordel [le ~] zelfstandig naamwoord
- fatras [le ~] zelfstandig naamwoord
- barbouillage [le ~] zelfstandig naamwoord
- pagaille [la ~] zelfstandig naamwoord
- fouillis [le ~] zelfstandig naamwoord
- chaos [le ~] zelfstandig naamwoord
- gribouillage [le ~] zelfstandig naamwoord
- ramassis [le ~] zelfstandig naamwoord
- bousillage [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zootje:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
barbouillage	knoeiboel; rommel; troep; warboel; warhoop; warwinkel; zootje	bedrog; geklieder; geklodder; geknoei; gemors; kliederen; knoeierij; nep; oplichterij; zwendelarij
bazar	bende; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; troep; zooi; zootje	bazaar; broddelwerk; geflikflooi; gerotzooi; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; mikmak; prutswerk; rommelwinkel; soepzootje
bordel	bende; chaos; heksenketel; keet; knoeiboel; puinhoop; puinzooi; regelloosheid; rommel; rotzooi; troep; wanorde; wanordelijkheid; warboel; warhoop; warwinkel; zooi; zootje	beestenboel; bocht; bordeel; doolhof; gein; hoerenkast; huis met prostituées; jolijt; keet; labyrint; leut; lol; lusthuis; plezier; pret; rotzooi; smerig spul; soepzootje; troep; warboel; warnet
bousillage	knoeiboel; rommel; troep; warboel; warhoop; warwinkel; zootje	bedrog; broddelwerk; gebroddel; gehannes; geklieder; geklungel; geknoei; gemodder; gestuntel; kladwerk; kliederen; knoeierij; knoeiwerk; knutselwerk; nep; oplichterij; prutswerk; zwendelarij
chahut	bende; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; troep; zooi; zootje	beroering; drukte; gedruis; geraas; heibel; heksenketel; herrie; kabaal; lawaai; leven; opschudding; opstootje; ordeverstoring; pandemonium; rel; rumoer; spektakel; tumult
chaos	chaos; heksenketel; keet; knoeiboel; puinhoop; regelloosheid; rommel; troep; wanorde; wanordelijkheid; warboel; warhoop; warwinkel; zootje	doolhof; labyrint; wanorde; wanordelijkheid; warboel; warnet; zooitje
chienlit	chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; wanorde; wanordelijkheid; zootje	verkleding; vermomming
confusion	chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; wanorde; wanordelijkheid; zootje	beduusdheid; beschaamdheid; doolhof; labyrint; ontreddering; ontsteldheid; oproer; opstand; opstootje; rel; schaamte; schaamtegevoel; verbijstering; verbouwereerdheid; verwardheid; verwarring; volksoproer; vuistgevecht; warboel; warnet
désordre	bende; chaos; heksenketel; keet; knoeiboel; puinhoop; puinzooi; regelloosheid; rommel; rotzooi; troep; wanorde; wanordelijkheid; warboel; warhoop; warwinkel; zooi; zootje	anarchie; doolhof; fraude; labyrint; malversatie; onenigheid; ongeregeldheid; onmin; onregelmatigheden; ontvreemding; onvrede; opstootje; ordeloosheid; ordeverstoring; rel; soepzootje; stoornis; verdonkeremaning; verduisteren; verduistering; verstoring; wanorde; wanordelijkheid; warboel; warnet; zooitje; zwendel
embrouillage	chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; wanorde; wanordelijkheid; zootje
fatras	knoeiboel; rommel; troep; warboel; warhoop; warwinkel; zootje
fouillis	bende; knoeiboel; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; troep; warboel; warhoop; warwinkel; zooi; zootje	beestenboel; kliederboel; knoeierij; soepzootje
foutoir	bende; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; troep; zooi; zootje
gribouillage	knoeiboel; rommel; troep; warboel; warhoop; warwinkel; zootje	broddelwerk; geflikflooi; gerotzooi; klad; kladschrift; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; proefversie; prutswerk
pagaille	bende; chaos; heksenketel; keet; knoeiboel; puinhoop; puinzooi; regelloosheid; rommel; rotzooi; troep; wanorde; wanordelijkheid; warboel; warhoop; warwinkel; zooi; zootje	broddelwerk; doolhof; drukte; gedoe; geflikflooi; geklodder; gemekker; gerotzooi; gezanik; gezeur; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; labyrint; omhaal; prutswerk; rommelig gedoe; rommelzooi; soepzootje; wanorde; wanordelijkheid; warboel; warnet; zooitje
pagaïe	chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; wanorde; wanordelijkheid; zootje	bocht; rotzooi; smerig spul; troep
ramassis	knoeiboel; rommel; troep; warboel; warhoop; warwinkel; zootje	allegaartje; mengelmoes; rommelzooi; samenraapsel
tas de décombres	bende; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; troep; zooi; zootje

Verwante woorden van "zootje":

zootjes

Wiktionary: zootje

zootje

noun

amas confus de plusieurs choses.
- fatras → zootje; rotzooi; troep; zooi; klerezooi
entassement de choses disparates réunir pêle-mêle.
- fouillis → zootje; rotzooi; troep; zooi; klerezooi
assemblage de choses, de personnes de peu de valeur.
- ramassis → zootje; rotzooi; troep; zooi; klerezooi

Cross Translation:

From	To	Via
• zootje	→ chenis; foutoir; bordel; fouillis; gâchis	↔ mess — a disagreeable mixture or confusion of things…

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal zootje van Nederlands naar Frans

Uitgebreide vertaling voor zootje (Nederlands) in het Frans

zootje:

zootje [het ~] zelfstandig naamwoord

het zootje (chaos; wanorde; puinhoop; heksenketel; wanordelijkheid; regelloosheid; keet)

het zootje (puinhoop; rotzooi; zooi; rommel; troep; bende; puinzooi)

het zootje (warhoop; knoeiboel; rommel; warboel; troep; warwinkel)

Vertaal Matrix voor zootje:

Verwante woorden van "zootje":

Wiktionary: zootje