Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aisé
|
blakend van gezondheid; fit; gezond; zonder ziekte
|
brutaal; eenvoudig; florerend; gegoed; gemakkelijk; in een handomdraai; in goeden doen; licht; makkelijk; moeiteloos; niet beschroomd; niet moeilijk; nuttig; onbedeesd; onbeschroomd; practisch; simpel; stoutmoedig; vanzelf; vrijmoedig; vrijpostig; welgesteld; welvarend; zonder moeite
|
bien portant
|
blakend van gezondheid; fit; gezond; zonder ziekte
|
florerend; welgesteld; welvarend
|
en bonne condition
|
blakend; blakend van gezondheid; fit; gezond; zonder ziekte
|
blakend; fit; florerend; getraind; gezond; welgesteld; welvarend
|
en bonne santé
|
blakend; blakend van gezondheid; fit; gezond; zonder ziekte
|
blakend; fit; florerend; getraind; gezond; welgesteld; welvarend
|
en forme
|
blakend; blakend van gezondheid; fit; gezond; zonder ziekte
|
blakend; fit; florerend; getraind; gezond; welgesteld; welvarend
|
florissant
|
blakend van gezondheid; fit; gezond; zonder ziekte
|
blakend; bloeiend; fit; fleurig; florerend; florissant; gefortuneerd; gelukkig; getraind; gezond; hooggekleurd; rijk; vermogend; voorspoedig; voorspoedig verlopend; welgesteld; welvarend
|
fortuné
|
blakend van gezondheid; fit; gezond; zonder ziekte
|
florerend; gefortuneerd; gegoed; in goeden doen; rijk; vermogend; welgesteld; welvarend
|
nanti
|
blakend van gezondheid; fit; gezond; zonder ziekte
|
florerend; welgesteld; welvarend
|
prospère
|
blakend van gezondheid; fit; gezond; zonder ziekte
|
fleurig; florerend; florissant; gefortuneerd; gelukkig; heilzaam; rijk; triomfantelijk; vermogend; voorspoedig; voorspoedig verlopend; welgesteld; welvarend; zegenrijk
|
sain
|
blakend van gezondheid; fit; gezond; zonder ziekte
|
blakend; fit; getraind; gezond; kerngezond; zeer gezond
|