Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. zich uitrusten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zich uitrusten (Nederlands) in het Frans

zich uitrusten:

zich uitrusten werkwoord

  1. zich uitrusten (toerusten; uitrusten)
    se munir; s'équiper; s'armer

Vertaal Matrix voor zich uitrusten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
s'armer toerusten; uitrusten; zich uitrusten
s'équiper toerusten; uitrusten; zich uitrusten
se munir toerusten; uitrusten; zich uitrusten

Verwante vertalingen van zich uitrusten