Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zeurderig (Nederlands) in het Frans

zeurderig:

zeurderig bijvoeglijk naamwoord

  1. zeurderig (beklagend; negatief)
    gémissant; boudeur; en boudant; grincheux; grincheuse; plaintivement; maussade; plaignant; plaintif; dolent; d'un ton traînard

Vertaal Matrix voor zeurderig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boudeur chagrijnen; zuurpruimen
grincheux chagrijn; chagrijnen; spelbreker; zuurpruim; zuurpruimen
plaignant aanklager; eiser; iemand die klaagt; klager; officier van justitie; openbaar aanklager; reclamant
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boudeur beklagend; negatief; zeurderig pruilerig
d'un ton traînard beklagend; negatief; zeurderig chagrijnig; gemelijk; knorrig; korzelig; nors; nurks; stuurs; wrevelig
dolent beklagend; negatief; zeurderig chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nurks; rouwig; sikkeneurig; slecht gehumeurd; treurig; verdrietig
en boudant beklagend; negatief; zeurderig pruilerig
grincheuse beklagend; negatief; zeurderig brommerig; chagrijnig; gebelgd; gekwetst; gemelijk; knorrig; korzelig; misnoegd; mopperig; nors; nurks; stuurs; verontwaardigd; verstoord; wrevelig
grincheux beklagend; negatief; zeurderig aangebrand; bokkig; brommerig; chagrijnig; gebelgd; gekwetst; gemelijk; gepikeerd; geprikkeld; gevoelig; humeurig; knorrig; korzelig; lichtgeraakt; misnoegd; mopperig; nors; nukkig; nurks; ontevreden; ontstemd; sikkeneurig; slecht gehumeurd; stuurs; verontwaardigd; verstoord; wrevelig
gémissant beklagend; negatief; zeurderig chagrijnig; gemelijk; humeurig; jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagelijk; klagend; klagerig; knorrig; lamenterend; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd; weeklagend
maussade beklagend; negatief; zeurderig bedrukt; brommerig; chagrijnig; druilerig; gedrukt; gemelijk; grauw; humeurig; knorrig; korzelig; miezerig; mismoedig; mistroostig; moedeloos; mopperig; naargeestig; narrig; neerslachtig; nors; nurks; ongeanimeerd; pessimistisch; sikkeneurig; slecht gehumeurd; somber; stuurs; teneergeslagen; terneergeslagen; triest; troosteloos; verdrietig; vreugdeloos; wrevelig; zwaarmoedig
plaignant beklagend; negatief; zeurderig chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd
plaintif beklagend; negatief; zeurderig chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd
plaintivement beklagend; negatief; zeurderig chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd

Verwante woorden van "zeurderig":

  • zeurderige

Wiktionary: zeurderig

zeurderig
adjective
  1. (familier, fr) Qui est mou et lent, qui se plaindre au moindre effort.