Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
agitateur
|
druktemaker; herrieschopper; zenuwlijder
|
aanstichter; aanzetter; agitator; herrieschopper; instigator; intrigant; onruststoker; oproerkraaier; opruier; opstoker; rustverstoorder; stokebrand; stoker
|
chahuteur
|
druktemaker; herrieschopper; zenuwlijder
|
|
chichiteux
|
druktemaker; zenuwlijder
|
|
malade nerveux
|
zenuwlijder; zenuwpatiënt
|
zenuwpatiënt
|
nerveux
|
neuroot; zenuwlijder; zenuwpees
|
|
névropathe
|
druktemaker; herrieschopper; neuroot; zenuwlijder; zenuwpatiënt
|
neurote; zenuwlijdster; zenuwpatiënt; zenuwzieke
|
névrosé
|
druktemaker; herrieschopper; neuroot; zenuwlijder; zenuwpatiënt
|
neurote; zenuwlijdster; zenuwpatiënt
|
névrosée
|
neuroot; zenuwlijder; zenuwpatiënt
|
neurote; zenuwlijdster
|
personne nerveuse
|
neuroot; zenuwlijder; zenuwpees
|
|
perturbateur
|
druktemaker; herrieschopper; zenuwlijder
|
agitator; herrieschopper; intrigant; oproerkraaier; opruier; opstoker; rustverstoorder; stokebrand; stoker
|
tapageur
|
druktemaker; herrieschopper; zenuwlijder
|
belhamel; bulderaar; druktemaker; herrieschopper; kabaalmaker; lawaaimaker; levenmaker; oproerkraaier; raddraaier; raddraaister; rustverstoorder; stokebrand
|
énervé
|
neuroot; zenuwlijder; zenuwpees
|
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
chichiteux
|
|
aanstellerig; bekakt; dikdoenerig; geaffecteerd; gekunsteld
|
nerveux
|
|
gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig; nerveus; ongedurig; onrustig; roerig; schichtig; schrikachtig; vreesachtig; woelig; zenuwachtig
|
névrosé
|
|
neurotisch; neurotische
|
tapageur
|
|
hard; hardop; joelend; lawaaierig; luid; luidkeels; luidruchtig; opzichtig; protserig; rumoerig; schreeuwend; schreeuwerig; uit volle borst
|
énervé
|
|
aangebrand; gehaast; gejaagd; geprikkeld; gespannen; gestressd; gestressed; geërgerd; geïrriteerd; haastig; jachtig; opgefokt; opgehitst; opgejaagd; pissig; prikkelbaar
|