Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. zegens:
  2. zegen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zegens (Nederlands) in het Frans

zegens:

zegens [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de zegens
    la bénédictions

Vertaal Matrix voor zegens:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bénédictions zegens

Verwante woorden van "zegens":


zegens vorm van zegen:

zegen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de zegen (voorspoed; zegening; zaligheid; )
    la bénédiction; la félicité; la magnificence; le salut
  2. de zegen (voorspoed; zegening; heil; )
    la bénédiction; la grâce; le voeu de bonheur; la félicité; le salut

Vertaal Matrix voor zegen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bénédiction gezegende toestand; heil; voorspoed; wijding; zaligheid; zegen; zegenen; zegening felicitatie; gelukwens; heildronk; heiliging; heilwens; inauguratie; inauguratierede; inhuldiging; initiatie; inwijding; inwijdingsplechtigheid; inzegening; inzegeningsplechtigheid; toost; wijding; wijdingsdienst; zegening
félicité gezegende toestand; heil; voorspoed; wijding; zaligheid; zegen; zegenen; zegening bof; fortuin; geluk; geluk hebbend; gelukkigheid; gelukzaligheid; heerlijkheid; heil; het gelukkig-zijn; verlossing; voorspoed; welvaart; welvarendheid; welzijn; zaligheid
grâce gezegende toestand; heil; voorspoed; wijding; zegen; zegenen; zegening barmhartigheid; begenadiging; bekoorlijkheid; bevalligheid; dienst; elegantie; genade; goedertierenheid; goedgunstigheid; gratie; gunst; kwijtschelding; lieflijkheid; lieftalligheid; mededogen; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning; welwillendheid
magnificence gezegende toestand; heil; voorspoed; zaligheid; zegen; zegenen; zegening gelukzaligheid; glans; grandeur; grootsheid; heerlijkheid; indrukwekkendheid; luister; luxe; overvloed; praal; pracht; pronk; weelde; weelderigheid; weidsheid
salut gezegende toestand; heil; voorspoed; wijding; zaligheid; zegen; zegenen; zegening begroeting; eregroet; groet; groeten; handgebaar; heil; heilwens; lijfsbehoud; receptie; saluut; verlossing; verwelkoming; voorspoed; welkomstgroet; welzijn; zaligheid; zielenheil
voeu de bonheur gezegende toestand; heil; voorspoed; wijding; zegen; zegenen; zegening felicitatie; gelukwens; heildronk; heilwens; toost
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
salut hallo; hoi
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
félicité gefeliciteerd
salut dag; hallo; hoi

Verwante woorden van "zegen":


Wiktionary: zegen


Cross Translation:
FromToVia
zegen bénédiction; grâce blessing — divine or supernatural aid or reward
zegen aubaine boon — A blessing or benefit
zegen seine seine — fishing net
zegen bénédiction Segen — Zustand des Glücks
zegen bénédiction Segen — rituell geäußerter Wunsch um Gottes Gnade/Beistand für jemanden oder etwas