Nederlands
Uitgebreide vertaling voor wroetend (Nederlands) in het Frans
wroetend:
-
wroetend
Vertaal Matrix voor wroetend:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
creusant | wroetend | |
fouillant | wroetend |
wroetend vorm van wroeten:
-
wroeten (woelen; wurmen)
fouiller; fouir-
fouiller werkwoord (fouille, fouilles, fouillons, fouillez, fouillent, fouillais, fouillait, fouillions, fouilliez, fouillaient, fouillai, fouillas, fouilla, fouillâmes, fouillâtes, fouillèrent, fouillerai, fouilleras, fouillera, fouillerons, fouillerez, fouilleront)
-
fouir werkwoord (fouis, fouit, fouissons, fouissez, fouissent, fouissais, fouissait, fouissions, fouissiez, fouissaient, fouîmes, fouîtes, fouirent, fouirai, fouiras, fouira, fouirons, fouirez, fouiront)
-
Conjugations for wroeten:
o.t.t.
- wroet
- wroet
- wroet
- wroeten
- wroeten
- wroeten
o.v.t.
- wroette
- wroette
- wroette
- wroetten
- wroetten
- wroetten
v.t.t.
- heb gewroet
- hebt gewroet
- heeft gewroet
- hebben gewroet
- hebben gewroet
- hebben gewroet
v.v.t.
- had gewroet
- had gewroet
- had gewroet
- hadden gewroet
- hadden gewroet
- hadden gewroet
o.t.t.t.
- zal wroeten
- zult wroeten
- zal wroeten
- zullen wroeten
- zullen wroeten
- zullen wroeten
o.v.t.t.
- zou wroeten
- zou wroeten
- zou wroeten
- zouden wroeten
- zouden wroeten
- zouden wroeten
diversen
- wroet!
- wroet!
- gewroet
- wroetend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor wroeten:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fouiller | aftasten; afvoelen; tasten; voelen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fouiller | woelen; wroeten; wurmen | aftasten; afvoelen; afzoeken; bevoelen; doorzoeken; fouilleren; graaien; grabbelen; grasduinen; in iets rondtasten; naspeuring doen; neuzen; onderzoeken; rechercheren; rommelen; scharrelen van kip; snuffelen; snuffelen aan; speuren; verkennen; visiteren; zien te vinden; zoeken |
fouir | woelen; wroeten; wurmen |