Nederlands
Uitgebreide vertaling voor wrikken (Nederlands) in het Frans
wrikken:
-
wrikken (wriggelen)
secouer; agiter; tordre; tordre légèrement; osciller; tournoyer-
secouer werkwoord (secoue, secoues, secouons, secouez, secouent, secouais, secouait, secouions, secouiez, secouaient, secouai, secouas, secoua, secouâmes, secouâtes, secouèrent, secouerai, secoueras, secouera, secouerons, secouerez, secoueront)
-
agiter werkwoord (agite, agites, agitons, agitez, agitent, agitais, agitait, agitions, agitiez, agitaient, agitai, agitas, agita, agitâmes, agitâtes, agitèrent, agiterai, agiteras, agitera, agiterons, agiterez, agiteront)
-
tordre werkwoord (tords, tord, tordons, tordez, tordent, tordais, tordait, tordions, tordiez, tordaient, tordis, tordit, tordîmes, tordîtes, tordirent, tordrai, tordras, tordra, tordrons, tordrez, tordront)
-
tordre légèrement werkwoord
-
osciller werkwoord (oscille, oscilles, oscillons, oscillez, oscillent, oscillais, oscillait, oscillions, oscilliez, oscillaient, oscillai, oscillas, oscilla, oscillâmes, oscillâtes, oscillèrent, oscillerai, oscilleras, oscillera, oscillerons, oscillerez, oscilleront)
-
tournoyer werkwoord (tournoie, tournoies, tournoyons, tournoyez, tournoient, tournoyais, tournoyait, tournoyions, tournoyiez, tournoyaient, tournoyai, tournoyas, tournoya, tournoyâmes, tournoyâtes, tournoyèrent, tournoierai, tournoieras, tournoiera, tournoierons, tournoierez, tournoieront)
-
-
wrikken
faire bouger en tirant-
faire bouger en tirant werkwoord
-
Conjugations for wrikken:
o.t.t.
- wrik
- wrikt
- wrikt
- wrikken
- wrikken
- wrikken
o.v.t.
- wrikte
- wrikte
- wrikte
- wrikten
- wrikten
- wrikten
v.t.t.
- heb gewrikt
- hebt gewrikt
- heeft gewrikt
- hebben gewrikt
- hebben gewrikt
- hebben gewrikt
v.v.t.
- had gewrikt
- had gewrikt
- had gewrikt
- hadden gewrikt
- hadden gewrikt
- hadden gewrikt
o.t.t.t.
- zal wrikken
- zult wrikken
- zal wrikken
- zullen wrikken
- zullen wrikken
- zullen wrikken
o.v.t.t.
- zou wrikken
- zou wrikken
- zou wrikken
- zouden wrikken
- zouden wrikken
- zouden wrikken
diversen
- wrik!
- wrikt!
- gewrikt
- wrikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor wrikken:
Wiktionary: wrikken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wrikken | → s’immiscer | ↔ pry — use leverage to open or widen |