Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. woningbezitter:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor woningbezitter (Nederlands) in het Frans

woningbezitter:

woningbezitter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de woningbezitter (huiseigenaar; huisbezitter)
    le propriétaire

Vertaal Matrix voor woningbezitter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
propriétaire huisbezitter; huiseigenaar; woningbezitter bezitster; bezitter; café-eigenaar; drager; eigenaar; hospes; houder; huisbaas; huisheer; huurbaas; kamerverhuurder; kroegbaas; pensionhouder; verhuurder; verpachter; waard
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
propriétaire eigenaar

Verwante woorden van "woningbezitter":

  • woningbezitters