Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- wisselvalligheid:
- wisselvallig:
-
Wiktionary:
- wisselvalligheid → vicissitude
- wisselvallig → chancelant
- wisselvallig → variable, changeant, instable, protéiforme
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor wisselvalligheid (Nederlands) in het Frans
wisselvalligheid:
-
de wisselvalligheid (veranderlijkheid; onbestendigheid)
Vertaal Matrix voor wisselvalligheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
inconstance | onbestendigheid; veranderlijkheid; wisselvalligheid | grilligheid; luimigheid; veranderlijkheid; vergankelijkheid; vluchtigheid; wispelturigheid |
instabilité | onbestendigheid; veranderlijkheid; wisselvalligheid | insoliditeit; veranderlijkheid; vergankelijkheid; vluchtigheid |
variabilité | onbestendigheid; veranderlijkheid; wisselvalligheid | variabiliteit |
versabilité | onbestendigheid; veranderlijkheid; wisselvalligheid |
Verwante woorden van "wisselvalligheid":
Wiktionary: wisselvalligheid
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wisselvalligheid | → vicissitude | ↔ vicissitude — a change, especially in one's life or fortunes |
wisselvalligheid vorm van wisselvallig:
-
wisselvallig (onbestendig; veranderlijk)
changeant; variable; inconstant-
changeant bijvoeglijk naamwoord
-
variable bijvoeglijk naamwoord
-
inconstant bijvoeglijk naamwoord
-
-
wisselvallig (wisselend; variërend)
changeable-
changeable bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor wisselvallig:
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
variable | variabele | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
changeable | variërend; wisselend; wisselvallig | |
changeant | onbestendig; veranderlijk; wisselvallig | buiig; grillig; inconsistent; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; variabel; variabele; variërend; veranderlijk; wispelturig |
inconstant | onbestendig; veranderlijk; wisselvallig | dun van gestalte; gammel; geestelijk onstabiel; grillig; krakkemikkig; labiel; mager; nukkig; onberekenbaar; onstabiel; onvoorspelbaar; rank; variabele; waggelend; wankel; wispelturig; zwak |
variable | onbestendig; veranderlijk; wisselvallig | grillig; inconsistent; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; variabel; variabele; variërend; veranderlijk; wispelturig |
Verwante woorden van "wisselvallig":
Wiktionary: wisselvallig
wisselvallig
Cross Translation:
verb
-
Qui chancelle
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wisselvallig | → variable; changeant; instable; protéiforme | ↔ protean — exceedingly variable |